Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Lekdetector Bedienen; Onderhoud Van Maaidek; Veiligheid Van Het Maaidek; Afstelling Van Contact Tussen Snijplaat En Messenkooi Controleren - Toro Greensmaster 3150 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Greensmaster 3150:
Inhoudsopgave

Advertenties

Figuur 54
1. Schone stang of
schroevendraaier
2. Schakelaar indrukken
4.
Laat de vlotter los; het alarm moet stoppen.
5.
Plaats de dop op de hydraulische tank.
6.
Draai het contactsleuteltje op U

De lekdetector bedienen

Het alarm van de lekdetector kan om 1 van de
volgende oorzaken afgaan:
Er is 118 tot 177 ml vloeistof gelekt.
Het vloeistofpeil in de hoofdtank van het
hydraulische systeem is gedaald met 118 tot
177 ml als gevolg van inkrimping van afkoelende
vloeistof.
Als het alarm klinkt, moet u de machine zo snel
mogelijk afzetten en controleren op lekken. Als het
alarm klinkt terwijl u een gazon maait, dient u eerst
van het gazon af te rijden. Ga na wat de oorzaak van
het lek is en verhelp het probleem voordat u doorgaat
met werken.
Als u geen lek hebt gevonden en vermoedt dat het om
een vals alarm gaat, draait u het contactsleuteltje op
U
en laat u de machine 1 tot 2 minuten staan zodat
IT
het vloeistofpeil zich kan stabiliseren. Start daarna de
machine en laat deze werken op minder kwetsbaar
terrein om vast te stellen of er een lek is.
Een vals alarm als gevolg van samentrekkende
vloeistof kan worden veroorzaakt als u de machine na
gebruik langdurig stationair laat lopen. Een vals alarm
kan ook optreden als u de machine minder zwaar
belast nadat deze lange tijd zwaarder is belast. Om
een vals alarm te voorkomen, is het beter de machine
af te zetten in plaats van deze langdurig stationair te
laten lopen.
g228675
3. Waarschuwingszoemer
.
IT

Onderhoud van maaidek

Veiligheid van het maaidek

Versleten of beschadigde messen of ondermessen
kunnen breken en een stuk ervan kan naar u of
naar omstanders worden uitgeworpen en zo ernstig
lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.
Controleer op gezette tijden de maaimessen
en ondermessen op overmatige slijtage en
beschadigingen.
Wees voorzichtig als u de messen controleert.
Draag handschoenen en wees voorzichtig als
u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de
messenkooien. De maaimessen en ondermessen
mogen alleen worden vervangen of gewet, probeer
ze nooit te rechten of eraan te lassen.
Let op bij machines met meerdere maai-eenheden:
als u één messenkooi draait, kunnen andere
messenkooien ook in beweging komen.
Afstelling van contact
tussen snijplaat en
messenkooi controleren
Elke dag voordat u gaat maaien moet u het contact
tussen het ondermes en de messenkooi controleren,
ongeacht of de maaikwaliteit bij een eerdere maaibeurt
aanvaardbaar was. Er moet een licht contact zijn
over de volledige lengte van de messenkooi en het
ondermes; zie de Gebruikershandleiding van het
maaidek.
Toerental van de
messenkooien instellen
Om een constante, hoge maaikwaliteit te verkrijgen
en een uniform aanzicht na het maaien moet u de
snelheid van de messenkooi (op het verdeelblok,
onder de afdekking links van de stoel) juist instellen.
U stelt de toerentalregeling van de messenkooien als
volgt in:
1.
Selecteer de maaihoogte waarop de maaidekken
zijn ingesteld.
2.
Kies de rijsnelheid die het meest geschikt is voor
de maaiomstandigheden.
3.
Gebruik de betreffende grafiek (zie
voor maaidekken met 5, 8, 11 of 14 messen, om
de gewenste messenkooisnelheid te bepalen.
45
Figuur
55),

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

04358

Inhoudsopgave