Aantekening voor speciale aandachtsgebieden: (cont'd.)
Controle uitgevoerd door:
Item
Procedures
voorafgaande aan
onderhoud
Veiligheidmaatregelen voor
onderhoudswerkzaamhe-
den
•
Doe het volgende voordat u de machine gaat
afstellen, schoonmaken of repareren:
– Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak.
– Zet de gashendel op stationair – laag.
– Schakel de maai-eenheden uit.
– Breng de maai-eenheden omlaag.
– Zorg dat de tractie in neutraal staat.
– Stel de parkeerrem in werking.
– Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het
contact.
– Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot
stilstand zijn gekomen.
– Laat de onderdelen van de machine afkoelen
voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
•
Als de maai-eenheden in de transportstand
staan, breng dan een positieve mechanische
vergrendeling aan (indien voorhanden) voordat u
de machine onbeheerd achterlaat.
•
Voer indien mogelijk geen onderhoudswerkzaam-
heden uit als de motor draait. Blijf uit de buurt van
bewegende onderdelen.
•
Plaats de machine of onderdelen ervan op
assteunen indien dit nodig is.
•
Haal voorzichtig de druk van onderdelen met
opgeslagen energie.
Datum
De stoel verwijderen
U kunt de stoel verwijderen om gemakkelijker toegang
te krijgen tot het kleppenblok van de machine.
1.
Ontgrendel de stoel, breng hem omhoog en zet
vast met de steun.
2.
Maak de 2 kabelboomstekkers onder de stoel
los.
3.
Laat de stoel neer en verwijder de rolpen
waarmee de draaistang van de stoel is
vastgezet aan het frame
1. Spanbus
4.
Schuif de draaistang van de stoel naar links,
schuif de stoel naar voren en verwijder deze.
5.
Monteer de stoel in de omgekeerde volgorde.
Opmerking:
Als u de stoel regelmatig gaat
verwijderen, kunt u de rolpen vervangen door een
borgpen (onderdeelnr. 3290-467).
29
Informatie
(Figuur
25).
Figuur 25
2. Draaistang van de stoel
g005497