6.
Monteer de hefarm met de ring en de R-pen
(Figuur
72).
7.
Herhaal stappen
van de machine.
8.
Bevestig de voorste steunstang aan het maaidek
met de gaffelpen en de R-pen
9.
Monteer de maaierriem op de motorpoelie;
raadpleeg stap
vervangen (bladz.
10.
Draai de twee onderste bouten vast waarmee
de afdekking van het maaidek is bevestigd aan
het maaidek; zie
losmaken (bladz.
Grasgeleider vervangen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of
dagelijks—Controleer de
grasgeleider op schade.
WAARSCHUWING
Als de uitworpopening niet afgedekt is, kan
de machine voorwerpen uitwerpen naar u
of naar omstanders; dit kan ernstig letsel
veroorzaken. Daarnaast kunt u ook in contact
komen met het mes.
Gebruik de machine nooit zonder dat de
grasgeleider, de uitworpafsluiter of het
grasopvangsysteem is gemonteerd.
1.
Verwijder de moer (⅜") van de stang onder het
maaidek
(Figuur
5
en
6
voor de andere kant
(Figuur
71).
Drijfriem van maaidek
42).
De afdekking van het maaidek
31).
73).
1. Maaidek
2. Schot
3. Grasgeleider
4. Grasgeleiderspil
2.
Schuif de stang uit de korte afstandhouder, veer,
het schot en de grasgeleider
3.
Verwijder een beschadigde of versleten
grasgeleider en het schot.
4.
Monteer een nieuwe grasgeleider en het schot
(Figuur
73).
5.
Schuif de stang bij het rechte uiteinde door de
achterste spil van de grasgeleider en het schot.
6.
Plaats de veer op de stang, met de einddraden
omlaag, tussen de spillen van de grasgeleider.
7.
Schuif de stang door het schot en de tweede
spil van de grasgeleider
8.
Schuif de stang bij de voorzijde van de
grasgeleider door de korte afstandshouder op
het maaidek.
9.
Bevestig de achterzijde van de stang aan de
maaier met een moer (⅜"), zoals geïllustreerd
in
Figuur
73.
Belangrijk:
veerspanning omlaag worden gehouden. Til
de grasgeleider omhoog om te controleren
of deze volledig omlaag klapt.
49
Figuur 73
5. Stang
6. Veer
7. Moer (⅜")
8. Korte afstandshouder
(Figuur
(Figuur
73).
De grasgeleider moet onder
g298422
73).