Gras niet te kort afmaaien
Wanneer u op oneffenheden maait, moet u de
maaihoogte hoger zetten om een golvend gazon te
voorkomen.
De machine stoppen
Als u de machine tijdens het maaien moet stoppen,
kan er een kluit maaisel op uw gazon achterblijven.
Om dit te voorkomen kunt u naar een reeds gemaaid
oppervlak gaan met de messen ingeschakeld, of u
kunt het maaidek uitschakelen terwijl u vooruitgaat.
Onderkant van het maaidek
schoonhouden
Verwijder na elk gebruik maaisel en vuil van de
onderkant van het maaidek. Als zich gras en vuil in
het maaidek ophopen, leidt dat uiteindelijk tot een
onbevredigend maairesultaat.
Onderhoud van de maaimessen
Zorg gedurende het hele maaiseizoen voor een
scherp maaimes. Een scherp mes snijdt het gras
goed af zonder het te scheuren of te kwetsen.
Door scheuren en kwetsen wordt het gras bruin
aan de randen, waardoor het langzamer groeit en
gevoeliger is voor ziekten. Controleer na elk gebruik
of de maaimessen scherp zijn en of ze versleten of
beschadigd zijn. Vijl regelmatig kerven en inkepingen
weg en slijp de messen indien dit nodig is. Als
een mes beschadigd of versleten is, moet u het
onmiddellijk vervangen door een origineel Toro mes.
Zie
Onderhoud van de maaimessen (bladz.
Na gebruik
Veiligheid na het werk
Algemene veiligheid
•
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat. Laat de machine
afkoelen voordat u deze afstelt, vult met brandstof,
reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan
verricht.
•
Verwijder gras en vuil van de maai-eenheid, de
geluiddemper, de aandrijvingen,de grasvanger en
de motor om brand te voorkomen. Veeg gemorste
olie en brandstof op.
•
Verwijder het contactsleuteltje voordat u de
machine stalt of vervoert.
De machine schoonmaken
Onderhoudsinterval: Na elk gebruik
Belangrijk:
reinigingsmiddel en water wassen. Was de
machine nooit met een hogedrukreiniger. Gebruik
niet te veel water, vooral niet in de buurt van het
bedieningspaneel, onder de stoel en rond de
motor, de hydraulische pompen en de motors.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en zet de
rijhendels naar buiten in de P
43).
2.
Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u
de bestuurderspositie verlaat.
3.
Verwijder gras en vuil van de maai-eenheid, de
geluiddemper, de aandrijvingen, de grasvanger
en de motor.
Opmerking:
maaidek reinigen (bladz. 50)
over het gebruik van de wasaansluiting van het
maaidek.
25
U kunt het voertuig met een mild
ARKEERSTAND
Raadpleeg
De onderkant van het
voor informatie
.