Gashendel
Gebruik de gashendel
motortoerental te regelen. Als u de gashendel in de
S
-stand zet zal de motorsnelheid toenemen; als
NEL
u de gashendel in de L
motorsnelheid afnemen.
Belangrijk:
U kunt de motor niet stoppen met de
gashendel.
Figuur 16
1. Contactschakelaar
2. Chokehendel
3. Schakelhendel
4. Maai-/hefhendel
Chokehendel
Om een koude motor te starten sluit u de choke van
de carburator door de chokehendel naar voren te
bewegen
(Figuur
16), naar de G
de motor loopt stelt u de chokehendel zo in dat de
motor regelmatig loopt. Zet de choke zo snel mogelijk
open door de hendel naar achteren te bewegen naar
O
. Als de motor warm is, hoeft de choke niet of
PEN
nauwelijks te worden gebruikt.
Bedieningshendel van hefin-
richting (voor omhoog/omlaag
brengen van maaidekken)
Als u de hendel
(Figuur
voren beweegt, laat u de maai-eenheden neer en
start u de messenkooien. Om de messenkooien tot
stilstand te brengen en de maaidekken omhoog te
brengen, moet u de hendel naar achteren trekken.
Om de messenkooien tot stilstand te brengen zonder
de maai-eenheden omhoog te brengen moet u
de hendel eventjes naar achteren trekken en dan
(Figuur
16) om het
-stand zet zal de
ANGZAAM
5. Gashendel
6. Indicatielampje voor
onderhoud
7. Lampje motoroliedruk
8. Lampje lekindicator
-stand. Nadat
ESLOTEN
16) tijdens het maaien naar
loslaten. U stelt de messenkooien in werking door de
hendel naar voren te bewegen.
Schakelhendel
De schakelhendel
plus een
NEUTRAALSTAND
transport en van transport naar maaien schakelen (niet
naar de neutraalstand) als de machine in beweging is;
hierdoor wordt de machine niet beschadigd.
•
A
CHTERSTE
tijdens het wetten van de messenkooien
•
M
stand – gebruiken tijdens het maaien
IDDELSTE
•
V
stand – gebruiken om de machine van
OORSTE
het ene werkgebied naar het andere te rijden
Ontstekingsschakelaar
Steek het sleuteltje in het contact
het naar rechts op S
het sleuteltje direct los als de motor start; het sleuteltje
komt automatisch op A
naar S
om de motor af te zetten.
TOP
g032817
Lampje motor-oliedruk
Dit lampje
(Figuur
gevaarlijk laag is.
Indicatielampje voor onderhoud
Het indicatielampje voor onderhoud
branden zodra de machinesensoren een probleem
detecteren met 1 van de systemen van de machine.
Als dit lampje gaat branden, stop dan onmiddellijk met
wat u aan het doen bent en rij naar een veilige locatie
waar door uzelf of door een servicemonteur kan
worden vastgesteld wat het probleem is. Raadpleeg
Diagnose van het onderhoudsindicatielampje (bladz.
50)
voor meer informatie over systeemproblemen.
Lampje lekindicator
Dit lampje licht op en er klinkt een alarmtoon als het
peil van de hydraulische vloeistof in het hydraulische
reservoir te laag is; zie
(bladz. 44)
en
Het peil van de hydraulische vloeistof
controleren (bladz.
Urenteller
De urenteller
(Figuur
dat de machine in bedrijf is geweest. De urenteller
gaat lopen als de contactschakelaar op A
18
(Figuur
16) heeft 2 tractiestanden
. U kunt van maaien naar
stand – neutraalstand; gebruiken
(Figuur
om de motor te starten. Laat
TART
. Draai het sleuteltje linksom
AN
16) brandt als de motoroliedruk
(Figuur
De lekdetector bedienen
41).
17) toont het totale aantal uren
16) en draai
16) gaat
staat.
AN