Figuur 46
1. Inbusschroef
4.
Schuif de koppeling van de maaiaandrijving op
de aandrijfas van de transmissie
De koppeling dient zonder weerstand op de
aandrijfas van de transmissie te schuiven. Als
er weerstand is, moet u ervoor zorgen dat de
aandrijfas van de messenkooi en de aandrijfas
van de transmissie uitgelijnd zijn; zie
van de aandrijfas van de messenkooi afstellen
(bladz.
35).
5.
De grasmand monteren.
De stand van de aandrijfas van de
messenkooi afstellen
U kunt de stand van de aandrijfas van de messenkooi
afstellen door de stand van de messenkooiaandrijving
af te stellen:
1.
Draai de bout los die wordt getoond in
g333188
2. Koppeling van
maaiaandrijving
(Figuur
46).
De stand
Figuur
1. Messenkooiaandrijving
2.
Draai de messenkooiaandrijving zo, dat de
aandrijfas van de messenkooi goed uitgelijnd is
met de aandrijfas van de transmissie.
3.
Draai de bout vast die u eerder hebt losgezet.
Als de weerstand blijft, moet u de uitlijning van de
motor en de transmissie afstellen; raadpleeg de
Onderhoudshandleiding.
De maai-eenheid
verwijderen
De maai-eenheid verwijderen
(model 04820)
1.
Zet de kickstandaard op de O
VAN DE MAAI
12).
2.
Verwijder de grasmand (indien aanwezig).
3.
Verwijder de messenkooiaandrijving van de
maai-eenheid
bevestigingsmateriaal.
47.
35
Figuur 47
2. Bout
NDERHOUDSSTAND
-
; zie
Kickstandaard (bladz.
EENHEID
(Figuur
48) en bewaar het
g304660