Reiniging
De onderkant van het
maaidek reinigen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Breng het maaidek omhoog in de
TRANSPORTSTAND
De vering reinigen
Alleen voor machines met
MyRide™ ophangingssysteem
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Reinig de vering met perslucht.
Opmerking:
Maak de schokdempers niet schoon
met water onder druk
(Figuur
Figuur 123
Afval afvoeren
Motorolie, accu's, hydraulische vloeistof en
motorkoelvloeistof verontreinigen het milieu. Verwijder
deze stoffen volgens de plaatselijke voorschriften.
.
123).
Stalling
Veiligheid tijdens opslag
•
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje,
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot
stilstand zijn gekomen en laat de machine afkoelen
voordat u ze stalt.
•
U mag de machine of brandstof niet opslaan in
de nabijheid van een open vuur of binnenshuis
brandstof aftappen.
•
Verwijder het contactsleuteltje en bewaar dit op
een veilige plaats buiten het bereik van kinderen.
Reinigen en opslaan
1.
Schakel de messchakelaar (aftakas) uit en stel
de parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Maaisel, vuil en vet van de buitenkant van de
gehele machine verwijderen, met name van de
motor en het hydraulische systeem. Vuil en kaf
van de buitenkant van de cilinder, de koelribben
van de cilinderkop en het ventilatorbehuizing
verwijderen.
Belangrijk:
reinigingsmiddel en water wassen. Was de
machine nooit met een hogedrukreiniger.
Gebruik niet te veel water, vooral niet in de
buurt van het bedieningspaneel, de motor,
de hydraulische pompen en de accu.
4.
Controleer de werking van de parkeerrem; zie
Parkeerrem gebruiken (bladz.
5.
Geef het luchtfilter een onderhoudsbeurt; zie
Onderhoud van het luchtfilter (bladz.
6.
Smeer de machine; zie
g195820
7.
Ververs de olie in het carter; zie
verversen (bladz.
8.
Controleer de bandenspanning; zie
bandenspanning controleren (bladz.
9.
Vervang het hydraulische filter; zie
hydraulische vloeistof en filters vervangen
(bladz.
72).
10.
Laad de accu op; zie
11.
Schraap dik aangekoekt gras en vuil van
de onderkant van de maaimachine. Spoel
vervolgens de machine schoon met een
tuinslang.
Opmerking:
aftakas ingeschakeld en de motor op hoog
81
U kunt de machine met een mild
26).
Smering (bladz.
Motorolie
49).
Accu opladen (bladz.
Laat de machine lopen met de
47).
44).
De
58).
De
55).