De pen voor de maaihoogte
instellen
De maaihoogte kan worden afgesteld van 25 tot
140 mm in stappen van 6 mm door de gaffelpen in
verschillende openingen te plaatsen.
1.
Zet de transportvergrendeling in de vergrendelde
stand.
2.
Trap het maaidekpedaal in en breng het maaidek
omhoog tot de transportstand (dit is tevens de
maaihoogtestand van 140 mm), zie
3.
Om dit aan te passen, draait u de pen 90 graden
en verwijdert u de pen uit de maaihoogtebeugel
(Figuur
31).
4.
Kies de opening in de maaihoogtebeugel
die overeenkomt met de gewenste
maaihoogtestand, en steek de pen daarin
(Figuur
31).
5.
Trap het maaidekpedaal in, trek de
transportvergrendeling terug en laat het maaidek
langzaam zakken.
Figuur 31
1. Maaidekpedaal
2. Pen voor de maaihoogte
Figuur
31.
g027343
3. Transportvergrendeling
Antiscalpeerrollen afstellen
Voor machines met zijafvoer
Als u de maaihoogte wijzigt, stel dan de hoogte van
de antiscalpeerrollen in.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Stel de antiscalpeerrollen af zoals wordt getoond
in
Figuur
32,
Figuur 33
1. Antiscalpeerrol
2. Afstandsstuk
3. Lagerbus
1. Antiscalpeerrol
2. Lagerbus
32
en
Figuur
34.
Figuur 32
4. Flensmoer
5. Bout
Figuur 33
3. Flensmoer
4. Bout
g029955
g029956