Algemeen overzicht
van de machine
1. Grasgeleider voor
zijafvoer
2. Hefpedaal maaihoogtedek
3. Parkeerremhendel
4. Transportvergrendeling
5. Bedieningsorganen
6. Rijhendels
7. Rolbeugel
Bedieningsorganen
Zorg ervoor dat u vertrouwd bent met alle
bedieningsorganen voordat u de motor start en de
machine gebruikt
(Figuur 4
Figuur 4
8. Achterste schokdemper
(alleen voor machines met
MyRide™)
9. Veiligheidsgordel
10. Brandstoftankdop
11. Maaidek
12. Zwenkwiel
13. Voorste schokdemper
(alleen voor machines met
MyRide™)
en
Figuur
5).
Bedieningspaneel
1. Aftakasschakelaar
2. Chokeknop
3. Gashendel
g029631
Urenteller
De urenteller registreert het aantal uren dat de
motor in bedrijf is geweest. De urenteller werkt als
de motor loopt. Gebruik deze tijden om regelmatig
onderhoudswerkzaamheden te plannen
Brandstofmeter
De brandstofmeter bevindt zich in de urenteller en de
streepjes worden verlicht als de contactschakelaar
A
staat
(Figuur
AN
Het indicatielampje gaat branden als het brandstofpeil
te laag is (er bevindt zich dan nog ongeveer 3,8 liter
brandstof in de brandstoftank).
Indicators veiligheidssysteem
Er staan symbolen op de urenteller die met een
zwarte driehoek aangeven dat het veiligheidssysteem
juist aangebracht is
Accu-indicatielampje
Als u het contactsleuteltje gedurende een paar
seconden in de stand A
weergeven in het gebied waar normaal de uren
worden weergegeven.
Het acculampje wordt ingeschakeld wanneer het
contact is ingeschakeld en wanneer de lading zich
onder het juiste bedrijfsniveau bevindt
15
Figuur 5
4. Urenteller/ display
veiligheidssysteem
5. Contactschakelaar
6. Zekeringen
(Figuur
6).
(Figuur
6).
zet, wordt de accuspanning
AN
(Figuur
g008951
6).
6).