Onderdelen en belangrijkste functies binnenunit
Onderdelen unit
Gebruiksomstandigheden
Gebruik het systeem bij de volgende temperaturen voor een veilige en efficiënte werking. Als de airconditioner onder andere
omstandigheden gebruikt wordt, kan dit leiden tot een slechte werking of slechtere efficiëntie.
● Type: inverter split
Kamertemperatuur
Buitentemperatuur
Kenmerken
Standaardinstelling
Wanneer de airconditioner herstart na een stroomstoring, zal
hij terugkeren naar de fabrieksinstellingen (AUTO-modus,
AUTO-ventilator, 24°C (76°F)). Dit kan inconsistenties aan
de afstandsbediening en het bedieningspaneel veroorzaken.
Gebruik uw afstandsbediening om de status bij te werken.
Luchtuitlaat
COOL-modus
HEAT-modus
17°C - 32°C
(63°F - 90°F)
(32°F - 86°F)
-15°C - 50°C
(5°F - 122°F)
Displaypaneel
Luchtinlaat
Fig. 2.1
0°C - 30°C
-15°C - 24°C
(5°F - 75°F)
Auto-Herstart (bij sommige modellen)
In het geval van een stroomonderbreking wordt het systeem
onmiddellijk stopgezet. Om het toestel te herstarten, drukt u op
de ON/OFF-toets op de afstandsbediening. Als het systeem
een functie voor automatisch herstarten heeft, wordt het toestel
herstart met dezelfde instellingen.
2
◄ Pagina 9 ►