● Markeringen en tekens die onleesbaar zijn, moeten worden gecorrigeerd;
● Koelleidingen of -onderdelen moeten worden geïnstalleerd op een plaats waar het onwaarschijnlijk is dat ze worden blootgesteld
aan een stof die koelmiddel bevattende componenten kan aantasten, tenzij
● de componenten zijn vervaardigd uit materialen die inherent bestand zijn tegen
● corrosie of op geschikte wijze beschermd zijn tegen corrosie.
9. Controle van elektrische toestellen
Herstelling en onderhoud van elektrische onderdelen moeten initiële veiligheidscontroles en inspectieprocedures voor onderdelen
bevatten. Als er een storing optreedt die de veiligheid in gevaar kan brengen, mag er geen elektrische voeding op het circuit worden
aangesloten totdat het probleem naar behoren is afgehandeld. Als de storing niet onmiddellijk kan worden gecorrigeerd maar het
noodzakelijk is om door te gaan, moet een adequate tijdelijke oplossing worden gebruikt. Dit moet worden gemeld aan de eigenaar
van de apparatuur, zodat alle partijen hierover geadviseerd zijn.
Initiële veiligheidscontroles omvatten:
● De condensatoren moeten worden ontladen: dit moet op een veilige manier gebeuren om vonkvorming te voorkomen;
● Er mogen geen elektrische componenten en bedrading waar spanning op zit worden blootgesteld tijdens het bijvullen, herstellen
of reinigen van het systeem;
● Er moet een continuïteit van aarding zijn.
10. Herstellingen aan verzegelde onderdelen
10.1
Tijdens herstellingen aan verzegelde onderdelen moeten alle elektrische voorzieningen losgekoppeld worden van de
apparatuur waaraan wordt gewerkt voordat de verzegelde bedekkingen, enz. verwijderd worden. Als het absoluut nodig is
om een elektrische voeding te hebben tijdens onderhoudswerkzaamheden, dan moet er zich een permanent werkende vorm
van lekdetectie op het meest kritieke punt bevinden om te waarschuwen voor een potentieel gevaarlijke situatie.
10.2
In het bijzonder moet er aandacht worden besteed aan het volgende om ervoor te zorgen dat door te werken aan elektrische
onderdelen, de behuizing niet op een zodanige manier wordt gewijzigd dat het beschermingsniveau hierdoor beïnvloed
wordt.
Dit omvat schade aan kabels, een overmatig aantal aansluitingen, klemmen die niet werden gemaakt volgens de oorspronkelijke
specificaties, schade aan afdichtingen, foutieve aansluiting van wartels, enz.
● Zorg ervoor dat het toestel veilig gemonteerd is.
● Zorg ervoor dat afdichtingen of afdichtingsmaterialen niet zodanig verslechterd zijn dat ze het binnendringen van ontvlambare
atmosferen niet meer kunnen verhinderen. Vervangingsonderdelen moeten overeenstemmen met de specificaties van de
fabrikant.
OPMERKING: Het gebruik van siliconenkit kan de doeltreffendheid van sommige soorten lekdetectieapparatuur belemmeren.
Intrinsiek veilige onderdelen hoeven niet te worden geïsoleerd voordat eraan gewerkt wordt.
11. Herstellingen aan intrinsiek veilige onderdelen
Breng geen permanente inductieve of kabelbelasting aan op het circuit zonder ervoor te zorgen dat dit de toegestane spanning en
stroom voor de gebruikte apparatuur niet overschrijdt. Intrinsiek veilige onderdelen zijn de enige waaraan gewerkt kan worden terwijl
ze onder spanning staan in de aanwezigheid van een ontvlambare atmosfeer. Het testtoestel moet de correcte notering hebben.
Vervang onderdelen enkel door onderdelen die door de fabrikant gespecificeerd zijn. Andere onderdelen kunnen ertoe leiden dat
koelmiddel lekt en in de atmosfeer ontbrandt.
12. Bedrading
Ga na of de bedrading niet onderhevig zal zijn aan slijtage, corrosie, overmatige druk, trillingen, scherpe randen of andere nadelige
omgevingseffecten. Bij het controleren moet ook rekening worden houden met de effecten van veroudering of voortdurende trillingen
van bronnen, zoals compressoren of ventilatoren.
13. Detectie van ontvlambare koelmiddelen
Er mogen in geen enkel geval potentiële ontstekingsbronnen gebruikt worden bij het zoeken naar of detecteren van koelmiddellekken.
◄ Pagina 40 ►