Fig. 11.7
LET OP
● Zorg ervoor dat u isolatie rond de leidingen wikkelt.
Rechtstreeks contact met de onbedekte leidingen kan
brandwonden of bevriezing veroorzaken.
● Zorg ervoor dat de leiding goed verbonden is. Het te vast
aandraaien kan de instroomring beschadigen en het te los
aandraaien kan lekken veroorzaken.
OPMERKINGEN OVER MINIMALE BUIGRADIUS
Buig de slang voorzichtig in het midden volgens de
onderstaande afbeelding. Buig de slang NIET meer dan 90°
of meer dan 3 keer.
Buig de leiding met uw duim.
min-radius 10cm (3,9" )
Fig. 11.8
6. Nadat u de koperen leidingen aan de binnenunit verbindt,
wikkelt u het netsnoer, de signaalkabel en de leidingen
samen met bindtape.
OPMERKING: Verstrengel de signaalkabel NIET met
de andere kabels. Verstrengel of kruis de signaalkabel niet met
andere kabels wanneer u de kabels samenbindt.
7. Rijg deze leiding door de muur en verbindt ze met de
buitenunit.
8. Isoleer alle leidingen, waaronder ook de ventielen van de
buitenunit.
9. Open de stopventielen van de buitenunit zodat het
◄ Pagina 32 ►
koelmiddel kan beginnen stromen tussen de binnen- en de
buitenunit.
LET OP
Controleer of er geen koelmiddellek is nadat u de installatie
heeft afgerond. Als er een koelmiddellek is, ventileert u de
ruimte onmiddellijk en evacueert u het systeem (zie het
gedeelte over luchtevacuatie in deze gebruiksaanwijzing).