VEGAPULS 6X • Modbus- en Levelmaster-protocol
De nieuwe elektronica moet met de fabrieksinstellingen van de sen-
sor geladen worden. Hiervoor bestaan de volgende mogelijkheden:
•
Af fabriek
•
Lokaal door de gebruiker
In beide gevallen is opgave van het serienummer van de sensor
nodig. Het serienummer vindt u op de typeplaat van het instrument,
op de binnenwand van de behuizing en op de pakbon.
Bij het locaal laden moeten vooraf de opdrachtgegevens van het
internet worden gedownload (zie handleiding " elektronica").
Informatie:
Alle toepassingstechnische instellingen moeten opnieuw worden
ingevoerd. Daarom moet u na het vervangen van de elektronica een
nieuwe inbedrijfname uitvoeren.
Wanneer u bij de eerste inbedrijfname van de sensor de gegevens
van de parametrering heeft opgeslagen, kunt u deze weer naar de
vervangende elektronica overdragen. Een nieuwe inbedrijfname is
dan niet meer nodig.
9.7
Software-update
Een update van de instrumentsoftware is op de volgende manieren
mogelijk:
•
Interface-adapter VEGACONNECT
•
Bluetooth
Daarvoor zijn afhankelijk van de manier de volgende componenten
nodig:
•
Instrument
•
Voedingsspanning
•
Interface-adapter VEGACONNECT
•
Display- en bedieningsmodule PLICSCOM met Bluetooth-functie
•
PC met PACTware/DTM en Bluetooth-USB-adapter
•
Actuele instrumentsoftware als bestand
De actuele instrumentsoftware en gedetailleerde informatie overr de
procedure vindt u in het downloadgedeelte van www.vega.com.
De informatie voor de installatie is in het download-bestand opgeno-
men.
Opgelet:
Instrumenten met toelatingen kunnen aan bepaalde softwareversies
zijn gebonden. Waarborg daarbij, dat bij een software-update de
toelating actief blijft.
Gedetailleerde informatie vindt u in het downloadgedeelte van
www.vega.com.
9.8
Procedure in geval van reparatie
Een retourformulier instrument en gedetailleerde informatie over de
procedure vindt u in het download-gebied van onze homepage. U
9 Diagnose, Asset Management en Service
71