Referentievlak
VEGAPULS 6X • Modbus- en Levelmaster-protocol
200 mm
(7.87")
Fig. 20: Montage van de radarsensor op het tankdak
Opmerking:
Wanneer u deze afstand niet kunt aanhouden, moet u bij de inbedrijf-
name een stoorsignaalonderdrukking uitvoeren. Dat geldt met name,
wanneer afzettingen op de tankwand verwacht kunnen worden.
Het meetbereik van de VEGAPULS 6X begint fysisch bij het uiteinde
van de antenne.
De min.-/max.-inregeling begint echter rekenkundig bij het referentie-
niveau, die afhankelijk van de sensoruitvoering verschilt.
Kunststof hoornantenne:
Het referentieniveau is het afdichtoppervlak aan de onderkant.
Schroefdraad met geïntegreerd antennesysteem:
Het referentieniveau is het afdichtoppervlak onder aan de zeskant.
Flens met gekapseld antennesysteem:
Het referentieniveau is de onderkant van de flensbekleding.
Hygiënische aansluiting:
Het referentievlak ligt bij de O-ring aan de voorkant van de antenne.
Hoornantenne:
Het referentievlak is het afdichtvlak bij de zeskant of de onderkant van
de flens.
Flens met lensvormige antenne:
Het referentieniveau is de onderkant van de flens.
De volgende grafiek toont de positie van het referentievlak bij ver-
schillende sensoruitvoeringen.
In dat geval verdient het aanbeveling, de stoorsignaalonderdrukking op een
5)
later tijdstip met aanwezige afzettingen te herhalen.
5 Monteren
5)
23