9 Diagnose, Asset Management en Service
Fig. 57: Gebieden in het echocurvevenster met de weergaveoptie "Uitgebreid weergavegebied"
Afstands- en percenta-
gepijl
Echocurve
Detectiecurve
Stoorsignaalonderdruk-
king
Echocurve inbedrijfname
62
De afstandspijl markeert de door de sensor bepaalde niveau-echo. Bij
een ideale echo (vlak, goed reflecterend mediumoppervlak) wijst de
pijl naar het midden van de echo.
→ Een "zwarte" pijl betekent: de niveau-echo is momenteel zichtbaar
voor de sensor. Een "witte" pijl betekent: de niveau-echo is van de
gemarkeerde plaats verdwenen.
De in rood weergegeven echocurve is de basis voor de echodetectie.
De curve geeft het verloop en de amplitude van geregistreerde echo's
weer.
→ Echo's waarmee rekening is gehouden, zijn daarbij groen gemar-
keerd.
De in zwart weergegeven detectiecurve volgt de echocurve. Deze
curve legt de gevoeligheidsdrempelwaarde van de sensor vast en
daarmee in welk gebied echo's worden gedetecteerd.
De in blauw weergegeven stoorsignaalonderdrukking staat voor het in
de sensor opgeslagen stoorsignaalprofiel.
→ Echo's met een amplitude onder deze curve worden als stoorsigna-
len gemarkeerd.
Een door de gebruiker bij inbedrijfname opgeslagen echocurve met
hoge resolutie.
→ Deze curve kan worden gebruikt om signaalveranderingen gedu-
rende de bedrijfstijd te detecteren.
VEGAPULS 6X • Modbus- en Levelmaster-protocol