14 Bijlage
Invloed van de medium- resp. omgevingstemperatuur
Gemiddelde temperatuurcoëfficiënt van het nulsignaal
Ʋ In gecompenseerd temperatuurbereik
13)
Ʋ Buiten het gecompenseerde tempera-
tuurbereik typisch
-40°C
Fig. 29: Temperatuurfout bij TD 1 : 1
Langetermijnstabiliteit (conform DIN 16086)
Specificaties zijn gerelateerd aan het ingestelde meetgebied. Turn down (TD) is de verhouding
nom. meetbereik / ingestelde meetgebied.
Tijdsperiode
Een jaar
Twee jaar
Vijf jaar
Tien jaar
Omgevingscondities
Omgevingstemperatuur instrument
Omgevingstemperatuur display
Opslag- en transporttemperatuur
Mechanische omgevingsomstandigheden
Vibraties (trillingen)
Stoten (mechanische schok)
Slagvastheid
Ʋ Stekker conform ISO 4400
Ʋ M12 x 1-stekker
0 ... +100 °C (+32 ... +212 °F)
13)
58
< 0,15 %/10 K
0,3 %/10 K
1,5 %
1,2 %
20°C
-1,2 %
-1,5 %
Langetermijndrift nulsignaal en uitgangsbereik
< 0,1 % x TD
< 0,15 % x TD
< 0,2 % x TD
< 0,4 % x TD
-40 ... +80 °C (-40 ... +176 °F)
-25 ... +80 °C (-13 ... +176 °F)
-40 ... +80 °C (-40 ... +176 °F)
Klasse 4M8 conform IEC 60271-3-4 (5 g bij 4 ... 200 Hz)
Klasse 6M4 conform IEC 60271-3-6 (50 g, 2,3 ms)
IK07 conform IEC 62262
IK06 conform IEC 62262
VEGABAR 38 • Driedraads met IO-Link (2 x transistor of 4 ... 20 mA plus 1 x transistor)
100°C