Opmerkingen omtrent uw veiligheid bij inbouw
Om schade aan het toestel te ver-
mijden, mag u het pas inbouwen na-
dat de wandkasten en de dampkap
zijn gemonteerd.
~
De lijsten en randen van het werk-
blad moeten met een hittebestendige
lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze
niet loskomen of vervormen. Ook de
wandafdichtstrips moeten hittebesten-
dig zijn.
~
Dit toestel mag niet op niet-vaste
plaatsen (bijv. op een schip) worden
gebruikt.
~
Vanwege het risico op overslaande
vlammen mag een gaskookvlak niet
vlak naast een friteuse worden inge-
bouwd. Er dient tussen het gaskookvlak
en een friteuse een afstand van min-
stens 300 mm te worden aangehouden.
~
Gaskookvlakken mogen niet worden
ingebouwd boven koeltoestellen, af-
wasautomaten, wasautomaten en
droogautomaten.
~
De gasslang en de aansluitkabel
mogen na de inbouw niet in aanraking
komen met onderdelen van het toestel
die bij gebruik warm worden. Anders
kunnen de gasslang en de aansluitka-
bel beschadigd raken.
~
De aansluitkabel en een flexibele
gasaansluiting moeten zodanig aange-
bracht zijn dat deze niet in contact
komen met beweegbare delen van de
keukenelementen (bijv. een lade) en
dat deze niet blootgesteld zijn aan me-
chanische belastingen.
~
Neem de veiligheidsafstanden op
de volgende pagina's strikt in acht.
~
Gebruik geen middel om de voegen
te dichten, tenzij dat uitdrukkelijk wordt
gevraagd. De dichtingsstrook van het
toestel garandeert voldoende afdich-
ting ten opzichte van het werkblad.
Alle afmetingen zijn opgegeven in mm.
Vertrek waar het toestel wordt ge-
plaatst
Het vertrek waar het gaskookvlak wordt
geplaatst, moet
– minstens 25,2 m
– minstens één buitendeur of één bui-
tenraam hebben, die of dat kan wor-
den geopend
– uitgerust zijn met een dampkap met
luchtafvoer of een gecontroleerde
ventilatievoorziening (geen werking
met luchtcirculatie) die een ventilatie-
vermogen biedt van minstens
3
189 m
/uur.
– geschikte luchttoevoeropeningen
hebben.
3
groot zijn
33