10 Bijlage
naast dit leverancierspecifieke GSD-bestand wordt door de PNO nog een algemeen zogenaamd
profielspecifiek GSD-bestand ter beschikking gesteld. Voor de VEGAPULS 66 moet het algeme-
ne GSD-bestand PA139700.GSD worden gebruikt. Wanneer het algemene GSD-bestand wordt
gebruikt, dan moet de sensor via de DTM-software naar het profielspecifieke identificatienummer
worden omgeschakeld. Standaard werkt de sensor met het leverancierspecifieke ID-nummer.
Cyclisch dataverkeer
Door de master klasse 1 (bijv. PLC) worden tijdens bedrijf cyclisch de meetwaardegegevens uit de
sensor gelezen. Tot welke gegevens de PLC toegang heeft, is te zien in het blokschema hierna.
Sensor
characteristics
Source for
scaling
Select additional cyclic
value
Fig. 37: VEGAPULS 66: Block diagram with AI (PA-OUT) value and additional cyclical value
TB Transducer Block
FB Function Block
Module PA-sensoren
Voor het cyclische dataverkeer stelt de VEGAPULS 66 de volgende modules ter beschikking:
•
AI (PA-OUT)
– PA-OUT-waarde van de FB1 na schaalinstelling
•
Additional Cyclic Value
– Extra cyclische meetwaarde (afhankelijk van bron)
•
Free Place
– Deze module moet gebruikt worden, wanneer een waarde in het datatelegram van het
cyclische dataverkeer niet moet worden gebruikt (bijv. temperatuur en Additional Cyclic Value
vervangen).
Er kunnen maximaal twee modules actief zijn. M.b.v. de configuratiesoftware van de Profibusmaster
kunt u met deze modules de opbouw van het cyclische datatelegram bepalen. De procedure hangt
af van de betreffende configuratiesoftware.
Opmerking:
60
Min-Max
adjustment
m(d)
Secondary
Secondary
Value 2
Value 1
Scaling
Integration
De module is in twee uitvoeringen leverbaar:
Linearization
%
Lin%
Primary
Value
Alarms
t
i
PROFIBUS PA-output
Failure
Target
mode
Mode
VEGAPULS 66 • Profibus PA
TB
PA-Out
FB