7
Verhelpen van storingen
Alle producten worden onderworpen aan strenge productie- en eindcontroles. Mocht er desondanks toch
een keer iets niet werken, controleer het product dan aan de hand van de volgende lijst. Als geen van de
aangegeven mogelijkheden om het defect te verhelpen werkt, waarschuw dan de officiële dealer.
7.1
Foutmeldingen (Stroombron)
Een storing wordt afhankelijk van de weergavemogelijkheden van de apparaatweergave als volgt weer-
gegeven:
Weergavetype - apparaatbesturing
Grafisch display
twee 7-segment weergaven
een 7-segment weergave
De mogelijke oorzaak van de storing wordt aangegeven met het desbetreffende storingsnummer (zie ta-
bel). Bij een storing wordt de voeding uitgeschakeld.
De weergave van mogelijke foutnummers is afhankelijk van de uitvoering van het apparaat (inter-
faces/functies).
•
Fout documenteren en zo nodig aan het onderhoudspersoneel melden.
•
Treden bij een besturing meerdere fouten op, wordt altijd de fout met het laagste foutnummer (Err)
weergegeven. Wordt deze fout opgelost, verschijnt het volgende hoogste foutnummer. Dit proces her-
haalt zich totdat alle fouten zijn opgelost.
Legende categorie (fout resetten)
a) Foutmelding verdwijnt na het verhelpen van de fout.
b) Foutmelding kan met het indrukken van de drukknop
c) Foutmelding kan alleen worden gereset door het apparaat uit en opnieuw in te schakelen.
Categorie
a)
b)
3
4
5
6
7
099-005589-EW505
11.02.2020
Fout
Mogelijke oorzaak
c)
Snelheidsfout
Storing draadtoevoerapparaat
Continue overbelasting van de
draadaandrijving
Te hoge tempe-
Stroombron oververhit
ratuur
Ventilator geblokkeerd, vervuild
of defect
Lucht in- of uitvoer geblokkeerd Lucht in- en uitvoer controle-
Netvoeding
Netspanning is te hoog
overspanning
Netvoeding
Netspanning is te laag
laagspanning
Koelmiddelde-
Doorstroomhoeveelheid te laag
fect
(< = 0,7 l/min) /
(< = 0,18 gal./min)
Koelmiddelhoeveelheid te laag
Pomp loopt niet
Verhelpen van storingen
Weergave
worden gereset:
[1] [3]
Foutmeldingen (Stroombron)
Oplossing
Verbindingen controleren
(aansluitingen, leidingen)
Draadtoevoerkern niet in
nauwe bochten leggen,
draadtoevoerkern op soepel-
heid controleren
Stroombron laten afkoelen
(netschakelaar op "1")
Ventilator gecontroleerd, rei-
nigen of vervangen
ren
Controleer de netspanningen
en vergelijk deze met de
aansluitspanningen van de
stroombron
Koelmiddel doorstroom con-
troleren, waterkoeler reinigen,
knikken in het slangpakket
verwijderen, doorstroomas
aanpassen
Koelmiddel bijvullen
Pompas aandraaien
33