De Remmen En Wielen Monteren; Onderhoud Motor; Het Motoroliefilter Vervangen; Motoroliepeil Controleren - Toro Workman MDX Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor Workman MDX:
- Gebruikershandleiding (60 pagina's) ,
- Installatie-instructies (12 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding en installatie-instructies (13 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Figuur 32
1. Borgpen
2. Moerzekering
9.
Monteer de borgpen en plooi beide uiteinden
rond de borgschroef
10.
Plaats de stofkap op de naaf
11.
Herhaal stap
1
tot en met
rotor aan de andere kant van de machine.
De remmen en wielen monteren
1.
Reinig de 2 flenskopbouten (⅜" x ¾") en
breng een laag schroefdraadborgmiddel met
gemiddelde sterkte aan op de draden van de
bouten.
2.
Lijn de remblokken aan beide zijden van de
rotor
(Figuur
27) en de openingen in de beugel
van de remklauw uit met de openingen in de
rembevestiging van het asframe
3.
Bevestig de beugel van de remklauw aan het
asframe
(Figuur
27) met de 2 flenskopbouten
(⅜" x ¾").
Draai de 2 flenskopbouten vast met een torsie
van 47 tot 54 N·m.
4.
Lijn de openingen in het wiel uit met de bouten
van de naaf en monteer het wiel op de naaf met
het ventiel naar buiten gericht
Opmerking:
Zorg dat het montagevlak van het
wiel gelijk komt met de naaf.
5.
Bevestig het wiel aan de naaf met de wielmoeren
(Figuur
26).
Draai de wielmoeren vast met een torsie van
108 tot 122 N·m.
6.
Herhaal stap
1
tot en met
wiel aan de andere kant van de machine.
3. Stofkap
(Figuur
32).
(Figuur
32).
10
voor de naaf en de
(Figuur
31).
(Figuur
26).
5
voor de rem en het
Onderhoud motor
Het motoroliefilter
vervangen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 25 bedrijfsuren
Om de 100 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de
kortste periode aan) Ververs de olie tweemaal
zo vaak in bijzondere werkomstandigheden;
zie
Onderhoud van de machine in bijzondere
omstandigheden (bladz.
g033054
1.
Laat de olie uit de motor lopen; zie
afvoeren (bladz.
2.
Verwijder het oude oliefilter
3.
Smeer een dun laagje schone olie op de pakking
van het nieuwe oliefilter.
4.
Schroef het nieuwe oliefilter op het filteradapter
totdat de pakking contact maakt met de
bevestigingsplaat. Draai het filter vervolgens
nog eens een ½ tot ¾ slag vast
Opmerking:
5.
Vul het carter bij met de voorgeschreven olie
(Figuur
34).
6.
Start de motor en laat deze lopen om te
controleren op olielekkages.
7.
Zet de motor uit en controleer het vloeistofpeil.
Opmerking:
voorgeschreven olie toe aan de motor tot het
oliepeil de Vol-markering van de peilstok bereikt.
Motoroliepeil controleren
Onderhoudsinterval: Na de eerste 25 bedrijfsuren
Om de 100 bedrijfsuren (Ververs de
olie tweemaal zo vaak in bijzondere
werkomstandigheden; zie
machine in bijzondere omstandigheden (bladz.
29).
Opmerking:
Ververs de olie vaker als het voertuig
in zeer stoffige of zanderige omstandigheden wordt
gebruikt.
Opmerking:
gebruikte oliefilter af bij een erkende inzamelplaats.
De motorolie afvoeren
1.
Start de machine en laat de motor een paar
minuten lopen.
2.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak.
3.
Stel de parkeerrem in werking.
34
29).
34).
(Figuur
Draai het oliefilter niet te vast.
Voeg indien nodig de
Onderhoud van de
Geef de oude motorolie en het
De motorolie
33).
(Figuur
33).
Advertenties
Inhoudsopgave
