34
nlbe | Draadloze zone toevoegen
3.3
Draadloos onderhoud
3.3.1
Draadloos configuratiemenu
Gebruik het Draadloos configuratiemenu om:
–
–
–
Om naar het draadloos configuratiemenu te gaan vanaf het installateurmenu van een
telefoonsessie (raadpleeg Paragraaf 2.7.2 Initieer een telefoonsessie vanuit de centrale,
Pagina 23), drukt u op [1] [6] voor draadloze configuratie.
De onderstaande menuopties zijn alleen beschikbaar nadat de initiële apparaatdetectie en
zonetest voltooid zijn.
Knopdruk
Menuoptie
[1]
Een apparaat vervangen Gebruik deze optie om een gekend apparaat te vervangen door een nieuw
[2]
Een apparaat toevoegen Gebruik deze optie om meer apparaten toe te voegen aan het draadloze
[3]
Een apparaat
verwijderen
[4]
Draadloze gegevens
overbrengen
(centrale naar hub)
F01U087848 | 01 | 2009.02
Nieuwe draadloze apparaten toe te voegen aan een bestaand draadloos systeem
Draadloze apparaten toe te voegen die niet aangeleerd werden toen het draadloze
netwerk voor het eerst aangeleerd werd
Draadloze apparaten te vervangen of te verwijderen uit een bestaand draadloos systeem
Beschrijving
apparaat.
–
Druk op [1] om een zone te vervangen, of op [3] om een uitgang te
vervangen.
Voor een relaismodule, selecteer ofwel de ingang of de uitgang en
voer vervolgens het juiste nummer tijdens Stap 2 in.
–
Voer het gewenste zonenummer of uitgangnummer in.
Het apparaataanleerproces start.
–
Activeer het nieuw apparaat wanneer het systeem "Test alle zones"
meldt.
Het nieuwe apparaat vervangt het huidige apparaat. Indien andere
apparaten aangeleerd werden maar niet geactiveerd werden, worden
deze teruggeplaatst in de onaangeleerde status.
netwerk.
Wanneer u drukt op [2] om deze optie te selecteren, start het
apparaataanleerproces. Activeer alle nieuwe apparaten wanneer het
systeem "Test alle zones" meldt.
Indien apparaten aangeleerd, maar niet geactiveerd werden, worden ze
teruggeplaatst in de onaangeleerde status.
Gebruik deze optie om een gekend apparaat te verwijderen uit het
systeem.
–
Druk op [1] om een zone te verwijderen, of op [3] om een uitgang te
verwijderen.
–
Voer het gewenste zonenummer of uitgangnummer in.
Indien het geselecteerde zonenummer overeenkomt met een
relaismodule, worden zowel de ingang als de uitgang uit het systeem
verwijderd. Indien u alleen de ingang of de uitgang wilt verwijderen,
moet u de overeenkomstige functie via programmeren uitschakelen.
–
Druk op [1] om een apparaat te verwijderen.
De draadloze hub verwijdert het apparaat uit het systeem en het
zonetype of de uitgangfunctie is ingesteld op 0 (uitgeschakeld).
Indien u een hub vervangt, selecteer deze optie om draadloze gegevens
van de centrale naar de draadloze hub te zenden.
Systeemreferentiegids
Easy Series
Bosch Security Systems, Inc.