Ter informatie Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke informatie en opmerkingen met betrekking tot het gebruik van de FPA 5000 brandmeldcentrale. Door de stapsgewijze instructies en talrijke afbeeldingen raakt u vertrouwd met de functies en bediening van het apparaat: H In het hoofdstuk Overzicht krijgt u een overzicht van de bedienings− en display−elementen en het aanraakscherm.
Ter informatie Displaytaal wijzigen De displaytaal kan snel worden gewijzigd met behulp van een toetsencombinatie; zie de volgende instructie. Om de displaytaal te wijzigen met behulp van het menu raadpleegt u het hoofdstuk Bedieningsprincipe . Toetsencombinatie invoeren Selecteer deze toets en selecteer vervolgens direct 2.
Garantieclaims naar aanleiding van constructie−aanpassingen waarvoor geen toestemming is verleend, zijn nietig. Copyright Het auteursrecht op deze uitgave berust bij Bosch. Niets uit deze uitgave mag worden mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Bosch.
Veiligheidsvoorschriften Als in deze handleiding wordt vermeld dat automatisch signalen worden verzonden naar de meldcentrale van de hulpdiensten, dan geldt dat alleen voor systemen die een directe verbinding hebben met de betreffende diensten. Als er geen directe verbinding is, dient u zelf een melding door te geven.
Veiligheidsvoorschriften Gebruik van het aanraakscherm Raak het aanraakscherm niet aan met puntige of scherpe objecten. Als u dat wel doet, kunt u het oppervlak beschadigen. Raak het aanraakscherm aan met uw wijsvinger of het staafje dat is bevestigd aan de linkerkant van de centralebesturing.
Overzicht Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende elementen van de centralebesturing: " Bedieningselementen " Display−elementen " Aanraakscherm " Stand−by−display " Adres service−afdeling weergeven Alarm: Test Doormelding Geactiveerd Uitgeschakeld Uitschakelen Diagnose Blokkeren Doormelding Geactiveerd Signaalgevers Uitgeschakeld Onderhoud Programmering In Bedrijf Omschakelen naar Verdere functies dagstand...
Overzicht Bedieningselementen De bedieningselementen omvatten punt 1, 2 en 3. 1 Functietoetsen De volgende functies kunnen worden uitgevoerd met behulp van de functietoetsen: Om een functie te selecteren, drukt u op de desbetreffende toets. Deze functie is nog niet beschikbaar. Het contrast van het display wijzigen en het adres van het branddetectiebedrijf weergeven, indien dat is geprogrammeerd.
Overzicht 2 Alfanumeriek toetsenblok Hiermee worden letters, speciale tekens en cijfers ingevoerd. 3 Sleutelschakelaar De sleutelschakelaar heeft twee programmeerbare sleutelposities. Afhankelijk van de programmering is het mogelijk om te schakelen tussen de dag− en nachtstand. Uitsluitend personen die zijn getraind in het gebruik van de centralebesturing en die kennis hebben op het gebied van brandbestrijding dienen over de sleutel te beschikken.
Overzicht Aanraakscherm Aanmelden 4 Uitschakelen Diagnose Blokkeren Onderhoud Programmering Omschakelen Verdere functies naar dagstand Zoekfunctie / Reset Element Status Storing Activeer Brand 1 Informatiebalk 2 Menuveld 3 Statusbalk 1 Informatiebalk Wannneer een gebruiker is aangemeld, wordt dit pictogram weergegeven in de informatiebalk.
Overzicht Uitschakelen Blokkeren/Blokkeren/Akoestische signaalgevers 2 Menuveld Om een hoofdmenu te selecteren, raakt u het corresponderende menuveld aan in het aanraakscherm. In het hoofdstuk Alle functies op een rij wordt een overzicht gegeven van alle hoofdmenu’s met de bijbehorende submenu’s. 3 Statusbalk Deze statusbalk is beschikbaar in elk menu.
Overzicht Adres branddetectiebedrijf weergeven Het adres van het branddetectiebedrijf weergeven: Druk op deze toets. Informatie over het branddetectiebedrijf wordt uitsluitend weergegeven als dergelijke informatie reeds is ingevoerd in de RPS. Centralebesturing 16 van 134...
Bedieningsprincipe Naast een beknopt menuoverzicht bevat dit hoofdstuk informatie over de volgende punten: " Aan− en afmelden " Toegangsrechten " Het startmenu openen " Een menu selecteren " Terugkeren naar de vorige selectie " Werken met lijsten " Element / functie zoeken "...
Bedieningsprincipe Aanmelden Aanmelden bij de centralebesturing: Druk op de functietoets. GebruikersID: Code: ****** Annuleren Het aanmeldvenster wordt weergegeven. 2. Typ de gebruikers−ID in het eerste veld. Raadpleeg voor informatie over het invoeren van cijfers Cijfers en tekst invoeren. 3. Typ het wachtwoord in het tweede veld In het display wordt elk teken van het wachtwoord weergegeven als een asterisk, zodat niemand anders het wachtwoord kan zien.
Bedieningsprincipe Afmelden De centralebesturing afmelden: Druk op deze toets. Niveau 4 is aangemeld Uitloggen? Een invoervenster wordt weergegeven. 2. Selecteer Ja om te bevestigen of selecteer Nee om de procedure te annuleren. Toegangsrechten Afhankelijk van uw toegangsniveau krijgt u al dan niet toegang tot bepaalde functies.
Bedieningsprincipe Het startmenu openen Druk op deze toets. Druk op deze toets om vanuit een submenu terug te keren naar het startmenu. Als niet binnen tien minuten op een toets wordt gedrukt, wordt vanuit elke menuoptie het stand−by−display geactiveerd. Zie ook Informatie over het stand−by−display.
Bedieningsprincipe Onderhoud Wijzig taal Transmissie activeren Uitgangen activeren Melder / detector Historie logboek verwijderen Wijzig toestel op RS232−interface Status Brand Activeer Storing De submenu’s worden weergegeven. Om een submenu te selecteren, raakt u het gewenste veld kort aan. Terugkeren naar de vorige selectie De vorige selectie opnieuw opvragen: Druk op deze toets.
Pagina 22
Bedieningsprincipe In veel menu’s worden elementen weergegeven in lijsten. De elementen zijn gerangschikt op omschrijving of op adres. Er zijn maximaal drie verschillende lijsten beschikbaar: via omschrijving via nummer / adres via nummer (geen omschrijving) Status Brand Activeer Storing H via omschrijving: in alfabetische volgorde gesorteerd op omschrijving; ook de adressering wordt gespecificeerd.
Bedieningsprincipe Navigeren in lijsten In het display kan maar een beperkt aantal lijstvelden worden weergegeven. Vooruit of achteruit navigeren in lange lijsten: selecteer deze toets om terug te navigeren in de lijst. selecteer deze toets om vooruit te navigeren in de lijst. De pijl wordt alleen weergegeven als navigatie mogelijk is.
Bedieningsprincipe Verschillende statussen van lijstvelden Aan een element dat of een groep elementen die wordt vertegenwoordigd door een lijstveld kunnen verschillende statussen worden toegewezen. De volgende tabel verschaft informatie over de mogelijke statussen: Status van het Lijstveld Betekenis lijstveld Tekst normaal Element heeft als status "Normaal"...
Bedieningsprincipe Kantine Kantine 2 − 7 Melder / detector Verdieping 1 Melder / detector 2 − 8 Verdieping 2 Melder / detector 2 − 9 Status Brand Activeer Storing Het lijstveld wordt gemarkeerd. Voor informatie over het zoeken en weergeven van een bepaald element, raadpleegt u Element / functie zoeken.
Bedieningsprincipe Element / functie zoeken In lijsten kan een bepaald element worden gezocht en weergegeven met behulp van het zoekvak. De volgende zoekcriteria zijn beschikbaar: H Zoeken op omschrijving: In de lijst via omschrijving. H Zoeken op nummer: In de lijst via nummer / adres. In bepaalde menu’s is de zoekfunctie via nummer (geen omschrijving) beschikbaar.
Pagina 27
Bedieningsprincipe Melder / detector 2 − 1 Wachtkamer Melder / detector 2 − 2 Verdieping 1 Melder / detector 2 − 3 Gang 3 Status Brand Activeer Storing Druk op deze toets om de invoer te bevestigen. Als het mogelijk is om nog een cijfer in te voeren, wordt een tweede zoekvak weergegeven.
Bedieningsprincipe Cijfers en tekst invoeren Toets Tekens . , − _ 0 A B C a b c 2 D E F d e f 3 G H I g h i 4 J K L j k l 5 M N O m n o 6 P Q R S p q r s 7 T U V t u v 8...
Bedieningsprincipe J Ljkl5 Kantoor 4 2 − 4 Melder / detector Kantoor 5 2 − 5 Melder / detector Kantoor 6 2 − 6 Melder / detector Status Brand Activeer Storing K wordt weergegeven in het zoekvak. Het cijfer 4 invoeren: Druk op deze toets en houd de toets ingedrukt tot de 4 in de informatiebalk wordt gemarkeerd.
Bedieningsprincipe Displaytaal wijzigen Er zijn twee manieren om een andere displaytaal te selecteren: H Toetsencombinatie invoeren H Via het menu; zie de paragraaf Taal wijzigen in het hoofdstuk Onderhoud. Toetsencombinatie invoeren Selecteer deze toets en selecteer vervolgens direct 2. de 1 op het alfanumerieke toetsenblok. Diagnose Zoekfunctie Annuleren...
Bedieningsprincipe Schakelen tussen statusbalken De statusbalk geeft toegang tot andere functies, weergave− en keuzemogelijkheden. De volgende statusbalken zijn beschikbaar in de verschillende menu’s: Op de startpagina en in elk menu: Status Storing Activeer Brand Onderhoud Met betrekking tot het submenu Historielogboek raadpleegt u het hoofdstuk Onderhoud –...
Bedieningsprincipe Logische en fysieke adressering Bij het adresseren van elementen wordt onderscheid gemaakt tussen logische en fysieke adressering: Fysiek Elementen Modules: Element Nummers Logisch Elementen Detectiezone Element Nummers Voorbeelden: Element met fysieke adressering: 5.1 − 4 Het modulenummer (5). Lusnummer (1) van de module Element met logische adressering: 3 −...
Alarm In het hoofdstuk Brandalarm wordt beschreven hoe er dient te worden gereageerd op een brandalarm. Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende onderwerpen: " Alarmtypen " Vetragingstijd " Dag− en nachtstand " Alarmmelding op de brandmeldcentrale Raadpleeg het hoofdstuk Brandalarm voor de volgende onderwerpen: H Een melding bevestigen H De interne signaaltoon uitschakelen H Externe signaalgevers in−...
Alarm Vertragingstijd Om onbedoeld alarm te voorkomen is het mogelijk om de verzending van het eerste alarmsignaal te vertragen. In dit geval wordt het apparaat voor doormelding aan de brandweer niet geactiveerd. Tijdens de vertragingstijd kan de alarmmelding worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat de melding terecht is.
Alarm H Afhankelijkheid van twee melders Als een melder bij afhankelijkheid van twee melders een eerste alarm genereert, wordt dit weergegeven als Vooralarm in het display van de centrale. Doormelding naar de brandweer wordt niet geactiveerd. De melder die de alarmmelding genereert, wordt gereset na het eerste signaal.
Alarm Alarmverificatie Alarmverificatie Vooralarm Afhankelijk van de programmering wordt een vooralarm weergegeven voor de volgende inloopvertragingen: H Tijdelijke alarmopslag H Afhankelijkheid van twee melders H Afhankelijkheid van twee zones Raadpleeg voor een gedetailleerde beschrijving van de verschillende vertragingsopties de paragraaf vertragingstijd. Alarm Dag Intern alarm: Een alarm dat wordt gemeld op de brandmeldcentrale in de dagstand.
Pagina 37
Alarm Detectiezone Brand 00005 Kantoor 1 Detectiezone 00026 Brand Kantoor 4 00027 Brand Detectiezone Kantine Brand Detectiezone 00030 Kantoor 3 Bevestig Reset Status Brand Activeer Storing Detectiezones In dit voorbeeld worden logisch geaddresseerde zones weergegeven in de dagstand. H Lijstvelden met een zwarte achtergrond: onbevestigde alarmmelding H Lijstveld zonder zwarte achtergrond: bevestigde alarmmelding.
Alarm Volgorde van de alarmmeldingen De meldingen worden in chronologische volgorde weergegeven. H De nieuwste alarmmelding in een zone wordt altijd aan het eind van de lijst weergegeven. H De eerste en oudste alarmmelding in een zone wordt aan het begin van de lijst weergegeven.
Alarm De nieuwste melding Brand Detectiezone 00030 Kantoor 3 De nieuwste melding wordt altijd aan het eind van de lijst weergegeven. Het meldingsnummer (008) van de nieuwste melding geeft het totale aantal Activeer detectiezones aan waarin een of meer melders een brandalarm hebben LED’s gemeld.
Alarm Melderadres In dit voorbeeld hebben de volgende melders een brandalarm geactiveerd: 0005 − 004: De vierde melder (004) in de vijfde detectiezone (0005). Als het meldernummer, in dit geval (004), niet wordt weergegeven, dan is de betreffende alarmmelding afkomstig uit de detectiezone. Afhankelijk van hoe het systeem is geprogrammeerd, wordt ofwel het logische ofwel het fysieke adres van de melder weergegeven.
Brandalarm Het hoofdstuk Alarm bevat informatie met betrekking tot alarmtypen, ingangvertragingen en het display van de centralebesturing. Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende onderwerpen: " Een melding bevestigen " De interne signaaltoon uitschakelen " Externe signaalgevers in− en uitschakelen "...
Brandalarm Een melding bevestigen Er zijn twee manieren om meldingen te bevestigen: H Selecteer Bevestig. Alleen alarmmeldingen die worden weergegeven op het display worden bevestigd. H Selecteer een melding en kies vervolgens Bevestig. Alleen de geselecteerde melding wordt bevestigd. Als Naar bevestiging wordt weergegeven: selecteer dit veld om de onbevestigde meldingen weer te geven.
Brandalarm Externe signaalgevers en doormelding resetten Regeleenheden of doormelding resetten: 1. Selecteer Activeer op de statusbalk. Status Activeer Storing Brand Het display schakelt automatisch terug naar het alarmdisplay na 30 seconden. Om terug te keren naar het alarmdisplay voordat 30 seconden zijn verstreken, selecteert u Brand.
Brandalarm Verificatie activeren Alarmverificatie Het doorgeven van de alarmmelding wordt vertraagd. De alarmmelding moet worden gecontroleerd door de situatie te inspecteren op de locatie van de melder die de alarmmelding genereert, om te verifiëren of het alarm terecht is. Op de brandmeldcentrale klinkt een interne signaaltoon. De signaalgevers (bijvoorbeeld sirenes) en de doormelding aan de brandweer worden niet geactiveerd.
Pagina 45
Brandalarm De alarmverificatie starten: Selecteer Bevestig binnen de weergegeven tijd om de alarmmelding te bevestigen. Alarmverificatie Melder / detector 0005 − 006 Kantine Bevestigingstijd xx:xx min Bevestig Manueel alarm Status Brand Activeer Storing Als de alarmmelding binnen dit tijdsbestek niet wordt bevestigd, wordt deze verzonden naar de betreffende externe locaties, bijvoorbeeld de brandweer.
Brandalarm Alarm handmatig activeren Als bij de verificatie blijkt dat het brandalarm terecht is, dan moet het alarm handmatig worden verzonden naar de betreffende externe locaties, bijvoorbeeld de brandweer. Als alternatief kan een handbediende melder op locatie worden geactiveerd. De alarmmelding naar externe locaties verzenden: 1.
Pagina 47
Brandalarm Een alarmmelding resetten: Selecteer Reset in het meldingdisplay. 0007 − 010 Brand Melder / detector Kantoor 6 Activeer LED’s Akoestiche Reset signalering uit Status Brand Activeer Storing selecteer de alarmmelding en kies Reset in de gedetailleerde weergave: 03.04.2005 18:01 Brand Log.
Brandalarm selecteer Alle elementen met deze melding en ga verder met stap 3 alle om elementen te resetten die, bijvoorbeeld, een brandalarm hebben geactiveerd. selecteer Melder / detector / Detectiezone: Een lijst van de melders/detectiezones wordt weergegeven. Selecteer deze toets om vooruit te navigeren in de lijst of selecteer deze toets op het toetsenblok om snel te navigeren met behulp van de schuifbalk.
Storingsmeldingen Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende onderwerpen: " Een storingsindicatie oproepen " Een storingsmelding op de brandmeldcentrale " De interne signaaltoon uitschakelen " Een storingsmelding resetten " Elementen blokkeren Een storingsindicatie oproepen Als een brandalarm wordt gesignaleerd, schakelt het systeem automatisch over naar het alarmdisplay.
Pagina 50
Storingsmeldingen Aantal meldingen in de statusbalk: Status Activeer Brand Storing De individuele meldingen in het display: Als individuele elementen in een groep een storing vertonen, zal de elementengroep met het element met de storing als eerste worden weergegeven. Om de elementen zelf weer te geven, selecteert u de gewenste elementengroep.
Storingsmeldingen Volgorde van de storingsmeldingen De meldingen worden in chronologische volgorde weergegeven. 15 – 30 seconden na de laatste invoer (bijvoorbeeld na het navigeren in de lijst), wordt de eerste en oudste storingsmelding weer aan het begin van de lijst weergegeven. Informatie over elementengroepen met een storing De storingsmelding bevat informatie met betrekking tot: H De elementcategorie...
Storingsmeldingen De nieuwste melding Storing Detectiezone 00030 Kantoor 3 De nieuwste melding wordt aan het eind van de lijst weergegeven. Activeer 15 – 30 seconden na de laatste invoer (bijvoorbeeld na het navigeren in de LED’s lijst), wordt de eerste en oudste melding weer aan het begin van de lijst weergegeven.
Pagina 53
Storingsmeldingen Elementcategorie In dit voorbeeld betreft het een transmissieapparaat. Meldingtype Raadpleeg voor informatie over het meldingstype de paragraaf Elementengroepen of elementen met een storing weergeven. Elementadres In dit voorbeeld heeft het volgende transmissieapparaat een storing veroorzaakt: 0005 − 004: Het vierde transmissieapparaat (004) in de vijfde groep (0005). Als het meldernummer, in dit geval (004), niet wordt weergegeven, dan geldt de betreffende storingsmelding voor de hele groep.
Storingsmeldingen 2. Selecteer OK om terug te keren naar de lijst met alle storingsmeldingen. Resetten, zie Een storingsmelding resetten. Blokkeren, zie Elementen blokkeren. Optische signalen Op de brandmeldcentrale klinkt een interne signaaltoon en gaat het volgende signaallampje branden. Storing Afhankelijk van het storingstype kan nog een ander signaallampje branden; zie Display−elementen in het hoofdstuk Overzicht .
Pagina 55
Storingsmeldingen Storing Melder / detector 0007−010 Receptie Activeer LED’s Bevestig Reset Status Brand Activeer Storing selecteer de storingsmelding en Reset in de gedetailleerde weergave: 03.04.2005 18:01 Storing Log. adr. 0007 − 010 Fys. adr. 5.01 − 007 Melder / detector Receptie Informeer direct de heer Mulder in gebouw 2.0 Reset...
Naast een menuoverzicht bevat dit hoofdstuk informatie over de volgende onderwerpen: " Elementen uit− en inschakelen " Volledig of gedeeltelijk uitgeschakelde elementengroepen weergeven " Een lijst van alle uitgeschakelde elementen weergeven Uitgeschakelde melders: alarmmeldingen van uitgeschakelde melders worden niet meer weergegeven − uitsluitend storingen worden weergegeven.
Elementen uit− en inschakelen Selecteer het gewenste element in het submenu. Gedeeltelijk uitgeschakelde elementen zoals lussen of uitschakelgroepen kunnen worden weergegeven en volledig worden uitgeschakeld; zie Elementengroepen uit− en inschakelen. Voorbeeld: Een melder uitschakelen: " " " " Uit / Blokkeren Melder / detector via omschrijving via nummer / adres...
6. Selecteer de gewenste lijstvelden. De lijstvelden worden gemarkeerd. 7. Selecteer Uit Kantine Kantine Melder / detector 2 − 5 Kelder Melder / detector 2 − 6 Verdieping 2 Melder / detector 10 − 9 Status Brand Activeer Storing De geselecteerde elementen worden uitgeschakeld. In het veld Uit in de statusbalk wordt het aantal uitgeschakelde elementen verhoogd met twee.
Pagina 60
Een lijst met verschillende categorieën elementen wordt weergegeven. Het vermelde getal heeft betrekking op het aantal uitgeschakelde elementen in de betreffende elementcategorie: Melder / detector Lus / Net Lijst Detectiezone Status Brand Activeer Storing 3. Selecteer het gewenste lijstveld, bijvoorbeeld detectiezone Melder / detector Lus / Net Lijst...
Selecteer deze toets om vooruit te navigeren in de lijst of Selecteer deze toets op het toetsenblok om snel te navigeren met behulp van de schuifbalk. Zie ook Navigeren in lijsten in het hoofdstuk Bedieningsprincipe . Een lijst met verschillende categorieën elementen wordt weergegeven. Het vermelde getal heeft betrekking op het aantal uitgeschakelde elementen of elementengroepen in de betreffende elementcategorie.
Pagina 63
Melder / detector 2 − 1 Kantoor 1 Melder / detector 2 − 2 Kantoor 2 Melder / detector 2 − 3 Kantoor 3 Status Brand Activeer Storing Een lijst van alle uitgeschakelde elementen wordt weergegeven. Selecteer deze toets om vooruit te navigeren in de lijst of Selecteer deze toets op het toetsenblok om snel te navigeren met behulp van de schuifbalk.
Blokkeren Naast een beknopt menuoverzicht bevat dit hoofdstuk informatie over de volgende punten: " Elementen blokkeren en blokkering opheffen " Een lijst van alle geblokkeerde elementen weergeven Uitgeschakelde melders: alarmberichten van uitgeschakelde melders worden niet langer weergegeven − uitsluitend storingen worden weergegeven.
Blokkeren Elementen blokkeren en blokkering opheffen Selecteer het gewenste element in het submenu Voorbeeld: Een detector blokkeren: " " " " Uit / Blokkeren Blok Melder / detector via omschrijving via nummer / adres via nummers (geen omschrijving) Status Activeer Storing Brand Drie verschillende lijsten worden weergegeven.
Blokkeren 7. Selecteer Blokkeren. Kantine Kantine 2 −5 Blokkeren Melder / detector Kelder 2 −6 Deblok. Melder / detector Tweede verdieping 10 − 9 Melder / detector Status Brand Activeer Storing De geselecteerde elementen worden geblokkeerd. De blokkering van de elementen opheffen: Herhaal de stappen, maar selecteer Inschakelen bij stap 7.
Pagina 67
Blokkeren Een lijst met verschillende categorieën elementen wordt weergegeven. Het vermelde getal heeft betrekking op het aantal geblokkeerde elementen of elementengroepen in de betreffende elementcategorie. Alle geblokkeerde elementen van een elementcategorie weergeven: 5. Selecteer de gewenste elementcategorie, bijvoorbeeld melder. Een lijst van alle geblokkeerde melders wordt weergegeven: Melder / detector 2 −...
Pagina 68
Blokkeren Melder / detector 2 − 1 Verdieping 1 Melder / detector 2 − 2 Deblok. Verdieping 2 Melder / detector 2 − 3 Verdieping 3 Status Brand Activeer Storing Een lijst van alle geblokkeerde elementen wordt weergegeven. Selecteer deze toets om vooruit te navigeren in de lijst of selecteer deze toets op het toetsenblok om snel te navigeren met behulp van de schuifbalk.
Diagnose Naast een menuoverzicht bevat dit hoofdstuk informatie over de volgende onderwerpen: " Details met betrekking tot elementen: Diagnostische informatie over een LSN−module en over elementen van een geselecteerde LSN−module " Modules: Diagnostische informatie over de software (versie) en hardware van modules "...
Diagnose Details met betrekking tot elementen Diagnostische informatie over de elementen in een bepaalde module weergeven: " " " Diagnose element details De cijfers voor de modulenamen verwijzen naar de plaats van de module in de brandmeldcentrale. LSN 0300 A LSN 1500 A LSN 0300 A Status...
Pagina 71
Diagnose Selecteer Info voor meldergroep om bepaalde diagnostische informatie over meerdere elementen van de geselecteerde LSN−module weer te geven. Selecteer Info voor module om bepaalde diagnostische informatie over alle LSN−elementen van de geselecteerde LSN−module weer te geven. De verdere procedure voor alle drie de keuzemogelijkheden zal met een voorbeeld worden toegelicht.
Diagnose Modules Diagnostische informatie over een bepaalde module weergeven: " " " Diagnose Modules Twee verschillende lijsten zijn beschikbaar. Zie Werken met lijsten in het hoofdstuk Bedieningsprincipe . 4. Selecteer een lijst, bijvoorbeeld via nummer / adres. Een lijst van alle gebruikte modules wordt weergegeven. Selecteer deze toets om vooruit te navigeren in de lijst of selecteer deze toets op het toetsenblok om snel te navigeren met behulp van de schuifbalk.
Diagnose Hardware Adreskaarten Informatie over de vrijgegeven adressen weergeven: " " " " Diagnose Hardware Adreskaarten De informatie wordt weergegeven. De volgende statusbalk verschijnt: Update Druk op de pijltoetsen om extra informatie weer te geven. Selecteer Update om, indien nodig, gegevens bij te werken. Display Zes verschillende functies zijn beschikbaar: H Display test: hiermee kunt u het LED−display testen.
Pagina 74
Diagnose Display − toetsentest De functionaliteit van het toetsenblok testen: " " " Display " Diagnose Hardware 5. Selecteer Folietest. 6. Druk op een of meer toetsen op het membraantoetsenblok. De geselecteerde toetsen op het membraantoetsenblok worden afgebeeld in het aanraakscherm. Als twee keer op een toets wordt gedrukt, wordt deze toets met een donkere kleur gemarkeerd.
Diagnose Er verschijnt een markering op de plek die u hebt aangeraakt. Druk op de functietoets om de procedure te beëindigen. Configureren touchscreen De drukprecisie bijstellen voor het aanraken van het aanraakscherm: " " " Display " Diagnose Hardware 5. Selecteer Configureren touchscreen. 6.
Diagnose CAN−Bus Selecteer CAN−bus om de actuele status van de CAN−bus weer te geven. Centralepaspoort Selecteer Centralepaspoort om diagnostische informatie weer te geven, zoals de fabricagedatum of de softwareversie van de centralebesturing. LED−test alle modules Het LED−display van geselecteerde modules testen: "...
Pagina 77
Diagnose Selecteer deze toets om vooruit te navigeren in de lijst of selecteer deze toets op het toetsenblok om snel te navigeren met behulp van de schuifbalk. Zie ook Navigeren in lijsten in het hoofdstuk Bedieningsprincipe 7. Selecteer LED’s Activeren. LSN 0300 A LSN 0300 A Activeer...
Onderhoud Naast een menuoverzicht bevat dit hoofdstuk informatie over de volgende onderwerpen: " Onderhoud; zie ook het hoofdstuk Onderhoud – Nieuw " Taal wijzigen " Uitgangen activeren " Doormelding activeren " Melder / detector verwijderen " Toestel op RS232−interface wijzigen "...
Onderhoud Via het menu " " " Onderhoud Wijzig taal Er wordt een lijst weergegeven van de talen die kunnen worden geselecteerd. 4. Selecteer de gewenste taal. Toegewezen Duits Engels Status Brand Activeer Storing De tekst in het display wordt vervolgens weergegeven in de geselecteerde taal.
Onderhoud 5. Selecteer de gewenste lijstvelden. De lijstvelden worden gemarkeerd. 6. Selecteer Aan om de geselecteerde signaalgevers te activeren. De− Alles activeer 2 − 1 Signaalgevers Activeer Kelder 2 − 2 Signaalgevers Eerste verdieping Status Brand Activeer Storing De geselecteerde signaalgevers worden geactiveerd. Alle signaalgevers activeren: Selecteer Alles.
Onderhoud De− 2 − 1 Doormelding activeer Parkeerruimte 2 − 2 Doormelding Activeer Kantine 2 − 3 Doormelding Kantoor Status Brand Activeer Storing De geselecteerde doormeldingen worden geactiveerd. Een andere functie selecteren: druk op deze toets om het startmenu op te roepen. Activering van de geselecteerde elementen beëindigen: "...
Onderhoud Alle signaalgevers en transmissieapparaten zijn inactief Automatisch herstel over 15 min Handmatig uitgeschakelde uitgangen herstellen Status Brand Activeer Storing De teller telt af van 15 minuten naar nul minuten. De melders kunnen tijdens deze periode worden verwijderd. De signaalgevers opnieuw inschakelen voordat de 15 minuten zijn verstreken: Selecteer Handmatig uitgeschakelde uitgangen herstellen.
Onderhoud – inspectie Naast een menuoverzicht bevat dit hoofdstuk informatie over de volgende onderwerpen: " Onderhoudsgroepen " Onderhoud starten en beëindigen " Onderhoud voor alle elementen beëindigen " Geteste of ongeteste elementen weergeven " Geteste elementen toewijzen aan een onderhoudsgroep Onderhoud wordt op de brandmeldcentrale gesignaleerd door middel van: H Een geel signaallampje wat gaat branden op het LED−display Test...
Onderhoud – inspectie Start / stop onderhoud Maken / wijzigen onderhoudsgroep Status Brand Activeer Storing Onderhoudsgroepen De volgende methoden voor het schakelen van elementen naar de onderhoudsmodus zijn beschikbaar: H het selecteren van individuele elementen uit lijsten en/of H eerder opgegeven onderhoudsgroepen selecteren die bestaan uit ten minste één element.
Pagina 85
Onderhoud – inspectie (0020) Niet toegewezen (0008) Januari (0012) Februari Maart (0030) Status Brand Activeer Storing Een lijst van de onderhoudsgroepen wordt weergegeven. 5. Selecteer een onderhoudsgroep, bijvoorbeeld februari. Adres Naam ebruari Tonen/ Toevoe Elementen Alles wissen Wissen Annuleren Status Brand Activeer Storing...
Pagina 86
Onderhoud – inspectie Selecteer dit functieveld om een of meer nieuwe elementen toe te voegen. Alleen elementen die nog niet zijn toegewezen aan een Nieuw onderhoudsgroep zullen worden weergegeven. Verschillende elementcategorieën worden weergegeven. 1. Selecteer de gewenste categorie. Een lijst van alle elementen wordt weergegeven. Zie Werken met lijsten in het hoofdstuk Bedieningsprincipe .
Onderhoud – inspectie 4. Selecteer de gewenste elementcategorie. 5. Selecteer een of meer lijstvelden. De lijstvelden worden gemarkeerd. 6. Selecteer Toevoegen. Het geselecteerde element wordt toegevoegd aan de geselecteerde onderhoudsgroep. Naam wijzigen De naam van de ingangs− of uitgangsgroep wijzigen: 1.
Onderhoud – inspectie 5. Selecteer Meer ... om andere categorieën weer te geven of selecteer een van de weergegeven categorieën of selecteer via nummer / adres en geef het nummer van het element op in het zoekvak. Zie ook Element / functie zoeken in het hoofdstuk Bedieningsprincipe .
Onderhoud – inspectie Onderhoud voor alle elementen beëindigen Het onderhoud voor alle onderhoudsgroepen en elementen beëindigen: 1. Selecteer Verlaten in de statusbalk. Verlaten Verschillende keuzemogelijkheden zijn beschikbaar in het display: 2. Selecteer Ja om het onderhoud voor alle onderhoudsgroepen en elementen te beëindigen.
Onderhoud – inspectie Geteste elementen toewijzen aan een onderhoudsgroep Alleen elementen die in de huidige onderhoudssessie zijn getest, kunnen worden toegewezen aan een andere onderhoudsgroep. Bij de voltooiing van het onderhoud, kunt u de geteste elementen toewijzen aan een andere onderhoudsgroep (bijvoorbeeld voor het volgende onderhoud): 1.
Onderhoud – Historie logboek In het historielogboek worden alle gegevens met betrekking tot bepaalde gebeurtenissen of apparaattypen opgeslagen en gesorteerd op datum en tijd. Om alleen bepaalde gegevens weer te geven, kunnen filters worden ingesteld. Naast een menuoverzicht bevat dit hoofdstuk informatie over de volgende onderwerpen: "...
Onderhoud – Historie logboek Alles tonen Toon historiefilter Verwijderen filter Periode Meldingstypen Apparaattypen Adresbereik Toetsgeheugen Onderhoud Wijzig Ga naar nr. Ga naar dag Printen Verlaten Filter Filters selecteren De volgende filters zijn beschikbaar: Alle gegevens geen filter Alles tonen / Weergave van alle gegevens met Verwijderen filter specificatie van meldingnummer, datum,...
Onderhoud – Historie logboek Filters instellen Om alleen bepaalde gegevens weer te geven, kan een filter worden ingesteld. Voorbeeld: Alleen gegevens weergeven die betrekking hebben op een bepaalde gebeurtenis, bijvoorbeeld een storing: " " " Onderhoud Historielogboek 4. Selecteer het filter Meldingstypen . Alles tonen Toon historiefilter Verwijder selectie...
Onderhoud – Historie logboek Filter wijzigen In elk filtermenu, kan een ander filter worden ingesteld met behulp van de selectiebalk: 1. Selecteer Filter wijzigen. Alles tonen Toon historiefilter Verwijderen filter Tijdsbestek Meldingtype Apparaattypen Adresbereik Toetsgeheugen Onderhoud Wijzig Ga naar nr. Ga naar dag Printen Verlaten Filter...
Onderhoud – Historie logboek Functies van de statusbalk Wijzig Printen Ga naar nr. Verlaten Ga naar dag Filter De volgende functies zijn beschikbaar: Om over te schakelen naar de statusbalk van de startpagina, drukt u op de toets met hetzelfde pictogram op het membraantoetsenblok.
Pagina 96
Onderhoud – Historie logboek H Volledige lijst: de gehele lijst wordt geselecteerd. Raadpleeg voor het afdrukken van de lijst stap 7. H Bereik bepalen: Geef een bepaald deel van de lijst op. De volgende twee mogelijkheden zijn beschikbaar om het deel van de lijst te specificeren dat moet worden afgedrukt: H Het aantal gebeurtenissen beperken, gerekend vanaf de meest recente gebeurtenis.
Dag− en nachtstand Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende onderwerpen: " Schakelen tussen dag− en nachtstand " De tijd wijzigen voor het schakelen naar de nachtstand De manier waarop wordt omgegaan met een inkomende alarmmelding is afhankelijk van de vraag of het systeem in de dag− of nachtstand staat. Zie het hoofdstuk Brandalarm.
Dag− en nachtstand Afhankelijk van de stand waarin de brandmeldcentrale wordt gezet, wordt Schakelen naar dagstand of Omschakelen naar nachtstand weergegeven in het startmenu. 2. De brandmeldcentrale staat in de nachtstand: Selecteer Schakelen naar dagstand om te schakelen naar de dagstand: Het systeem zal omschakelen naar dagstand Annuleren Automatisch omschakelen naar nachtstand:...
Dag− en nachtstand De tijd wijzigen voor het schakelen naar de nachtstand Wanneer het systeem opnieuw opstart na een stroomstoring of uitval van de accu, wordt opnieuw de standaard resettijd ingesteld in de RPS. Afhankelijk van de programmering kan de resettijd worden gewijzigd. Het is alleen mogelijk om een wijziging aan te brengen voor de huidige dag.
Pagina 100
Dag− en nachtstand 4. Kies OK om de invoer te bevestigen of selecteer Annuleren om de procedure te annuleren. De invoer is bevestigd. De resettijd van de dagstand in de nachtstand wijzigen: Selecteer deze toets in de keuzelijst selecteer Omschakelen naar nachtstand in het startmenu. 2.
Programmering Naast een menuoverzicht bevat dit hoofdstuk informatie over de volgende onderwerpen: " Ingangs−/uitgangsgroepen instellen " Groepen instellen " Meldergevoeligheid " Gebruiker " Elementnamen wijzigen " Overzicht van belangrijke gegevens Menuoverzicht Instellingen in−/ Uitschakelen Diagnose Instellingen groepen uitgangsgroepen Blokkeren Melder / detector Programmering Onderhoud Gebruiker...
Pagina 102
Programmering Elementen toevoegen of verwijderen. Elementen aan een ingangsgroep toevoegen of uit een ingangsgroep verwijderen: " " " " Programmering Instellingen in−/uitgangsgroepen Ingangsgroep Twee verschillende lijsten worden weergegeven. Zie Werken met lijsten in het hoofdstuk Bedieningsprincipe . 5. Selecteer een lijst, bijvoorbeeld via omschrijving. Een lijst van de verschillende ingangsgroepen wordt weergegeven.
Pagina 103
Programmering Selecteer dit functieveld om een of meer nieuwe elementen toe te voegen. Alleen elementen die nog niet zijn toegewezen Nieuw aan een ingangsgroep zullen worden weergegeven. Verschillende elementcategorieën worden weergegeven: 1. Selecteer de gewenste categorie. Een lijst van alle elementen wordt weergegeven. Zie Werken met lijsten in het hoofdstuk Bedieningsprincipe .
Programmering 5. Selecteer de gewenste elementcategorie. 6. Selecteer een of meer lijstvelden. De lijstvelden worden gemarkeerd. 7. Selecteer Toevoegen. Het element wordt toegevoegd aan de geselecteerde groep. Het lijstveld wordt niet langer weergegeven. Uitgangsgroep Om de elementen in een uitgangsgroep weer te geven en om elementen te verwijderen of toe te voegen, herhaalt u de stappen onder Ingangsgroep maar selecteert u Uitgangsgroep bij stap 4.
Pagina 105
Programmering Groep uit Blokkeergroep Onderhoudsgroep Status Brand Activeer Storing 4. Selecteer Uitschakelgroep. Drie verschillende lijsten worden weergegeven. Zie Werken met lijsten in het hoofdstuk Bedieningsprincipe . 5. Selecteer een lijst, bijvoorbeeld via nummer / adres. Groep uit Kantine (10) Groep uit Receptie (12) Groep uit...
Programmering Adres Naam itschakelgroep 1 Tonen/ Elementen Toevoe Alles wissen Wissen Annuleren Status Brand Activeer Storing Verschillende opties kunnen worden geselecteerd: Om elementen toe te voegen aan of te verwijderen uit een groep, raadpleegt u Ingangs−/uitgangsgroepen instellen op de vorige pagina’s. Blokkeergroep Om de elementen in een blokkeergroep weer te geven en om elementen te verwijderen of toe te voegen, herhaalt u de stappen onder Ingangsgroep...
Programmering Afhankelijk van de lijst die u hebt geselecteerd, typt u het nummer of de naam van het element in het zoekscherm; zie ook Zoek functie / element in het hoofdstuk Bedieningsprincipe . 5. Selecteer het gewenste lijstveld. Fys. adr. 01.00−001 Log.
Pagina 108
Programmering Naam en/of wachtwoord wijzigen " " " " Programmering Gebruiker Wijzig gegevens van de operator Mayer Huber Mueller Meier Filter Status wijzig Brand Activeer Storing Een lijst van alle gebruikers wordt weergegeven. Selecteer deze toets om vooruit te navigeren in de lijst of selecteer deze toets op het toetsenblok om snel te navigeren met behulp van de schuifbalk.
Pagina 109
Programmering Universeel wachtwoord wijzigen " " " " Programmering Operator Universeel wachtwoord wijzigen Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Status Brand Activeer Storing 5. Afhankelijk van het toegangsniveau waarvoor het wachtwoord moet worden gewijzigd, selecteert u het gewenste lijstveld. Storing ******* Nieuwe wachtwoord: ********...
Programmering Standaardwachtwoord herstellen " " " " Programmering Operator Bepaal standaard wachtwoord Mayer Huber Mueller Reset Meier Filter Status wijzig Brand Activeer Storing Een lijst van alle gebruikers wordt weergegeven. Selecteer deze toets om vooruit te navigeren in de lijst of selecteer deze toets op het toetsenblok om snel te navigeren met behulp van de schuifbalk.
Programmering Nieuwe naam: eceptie Huidige naam: Eerste verdieping 1 − 2 Adres Melder / detector Apparaattype Annuleren Status Brand Activeer Storing Een invoerscherm wordt weergegeven. 5. Voer een nieuwe naam in. Raadpleeg voor informatie over het invoeren van tekst Cijfers en tekst invoeren in het hoofdstuk Bedieningsprincipe . 6.
Verdere functies Naast een menuoverzicht bevat dit hoofdstuk informatie over de volgende onderwerpen: " Datum/tijd wijzigen " Master wachtwoord " Toegang vanaf afstand " Wijzig wachtwoord " Een evacuatieoefening uitvoeren " Alarmtellers Menuoverzicht Diagnose Wijzig datum / tijd Master wachtwoord Blokkeren Programmering Onderhoud...
Dit wachtwoord is slechts 24 uur geldig. De centralebesturing kan op verzoek een nummer verstrekken. Dit nummer moet worden doorgegeven aan de ondersteuningsafdeling van Bosch. De ondersteuningsafdeling kan vervolgens een wachtwoord verschaffen dat 24−uur geldig is; zie de paragraaf 24−uurs wachtwoord invoeren.
De volgende procedure moet worden gevolgd om een masterwachtwoord te verkrijgen dat 24 uur geldig is: De centralebesturing genereert op verzoek een nummer. De gebruiker geeft dit nummer telefonisch door aan de ondersteuningsafdeling van Bosch. De ondersteuningsafdeling verstrekt de gebruiker vervolgens een wachtwoord dat maar 24 uur geldig is.
Verdere functies 7. Selecteer Wachtwoord ingeven. 8. Voer het wachtwoord in. Het 24 geldige master wachtwoord wordt geaccepteerd en de gebruiker wordt aangemeld. Wachtwoorden wijzigen: Selecteer Wijzig wachtwoord. Afhankelijk van de programmering kunnen er extra opties beschikbaar zijn. Zie ook Verificatie in het hoofdstuk Brandalarm. Toegang vanaf afstand Als een ander menu wordt opgeroepen terwijl de verbinding voor programmering op afstand nog actief is, wordt de volgende tekst...
Verdere functies Wijzig wachtwoord Als alle gebruikers met dezelfde toegangsrechten hetzelfde wachtwoord hebben, kan deze functie niet worden gebruikt. " " " Verdere functies Wijzig wachtwoord Mayer Huber Mueller Meier Filter Status wijzig Brand Activeer Storing Een lijst van alle gebruikers wordt weergegeven. Selecteer deze toets om vooruit te navigeren in de lijst of selecteer deze toets op het toetsenblok om snel te navigeren met behulp van de schuifbalk.
Verdere functies Een evacuatieoefening uitvoeren Tijdens een evacuatieoefening worden alle signaalgevers geactiveerd. Als tijdens een evacuatieoefening een echte alarmmelding binnenkomt, wordt de oefening afgebroken. Pas wanneer het alarm is gestopt, kan de oefening opnieuw worden gestart. Een evacuatieoefening starten: " "...
Verdere functies In geval van een storingsbericht of een ander alarmbericht: Een nieuwe functie kan pas worden geselecteerd nadat het storingsbericht of het andere alarmbericht zijn bevestigd en/of de oefening is afgerond: Alarmtellers Tijdens het bedrijf van de brandmeldcentrale worden de volgende alarmberichten geteld: H Extern alarm: alle brandalarmberichten H Intern alarm: alle alarmberichten die binnenkomen wanneer de...
Reset Naast een menuoverzicht bevat dit hoofdstuk informatie over het volgende onderwerp: " Elementen resetten Menuoverzicht Diagnose Blokkeren Programmering deze centrale Onderhoud Omschakelen Verdere functies Meldergroep Melder / detector naar nachtstand Zoekfunctie/ Resetten Meer ... Element Status Status Brand Activeer Storing Activeer Brand...
Pagina 120
Reset deze centrale Meldergroep Melder / detector Meer ... Status Brand Activeer Storing Deze centrale: Alle elementen worden gereset. Specifieke melders of detectiezones resetten: 4. Selecteer Melder / detector of Meldergroep: Een lijst van de detectors of detectiezones wordt weergegeven. Selecteer deze toets om vooruit te navigeren in de lijst of selecteer deze toets op het toetsenblok om snel te navigeren met behulp van de schuifbalk.
Zoek functie / element Naast een menuoverzicht bevat dit hoofdstuk informatie over de volgende onderwerpen: " Functie en apparaatnaam zoeken " Zoeken naar element Menuoverzicht Diagnose Blokkeren Zoekfunctie Onderhoud Programmering Omschakelen Ga naar element Verdere functies naar nachtstand Zoekfunctie Reset Meer ... ...
Zoek functie / element Een lijst van alle functies en apparaatnamen wordt weergegeven. Selecteer deze toets om vooruit te navigeren in de lijst of selecteer deze toets op het toetsenblok om snel te navigeren met behulp van de schuifbalk. Zie ook Navigeren in lijsten in het hoofdstuk Bedieningsprincipe of voer de functie of apparaatnaam in het zoekvak in;...
Pagina 123
Zoek functie / element 5. Selecteer het gewenste lijstveld. 03.04.2005 18:01 Brand Log. adr. 0030 − 006 Fys. adr. 5.01 − 006 Melder / detector Kantoor 3 Informeer direct de heer Mulder in gebouw 2.0 Reset Status Brand Activeer Storing In dit voorbeeld zijn de selectievelden OK en Uitschakelen beschikbaar.
Alle functies op een rij Het startmenu openen Druk op deze toets. Druk op deze toets om vanuit een submenu terug te keren naar het startmenu. Het display schakelt vanuit elke menuoptie over naar het stand−by−display als er niet binnen tien minuten op een toets wordt gedrukt; zie ook Stand−by−display in het hoofdstuk Overzicht.
Pagina 125
Alle functies op een rij Blokkeren Toon geblokkeerde apparaten H Een lijst van alle geblokkeerde elementen weergeven: H Blokkering van de geblokkeerde elementen opheffen. Selecteren op nummer: H Een lijst van alle blokkeerbare elementen weergeven: H Een element in een lijst zoeken door het nummer in te voeren. H Een element blokkeren of de blokkering opheffen.
Pagina 126
Alle functies op een rij H Module compatibiliteit: Weergave van de softwareversie van de geselecteerde module ter vergelijking met de softwareversie van de brandmeldcentrale. H Modulestatus: Weergave van diagnostische informatie met betrekking tot de hardware van de geselecteerde module. Alleen voor LSN−modules: H Modulestatus en teller H Reset tellers: Reset de tellers die de frequentie van de verschillende gebeurtenissen registreren.
Pagina 127
Alle functies op een rij H Selecteren op nummer: − Een lijst van alle elementen weergeven: − Een element in een lijst zoeken door het nummer in te voeren. De volgende keuzemogelijkheden zijn beschikbaar: Selecteren op nummer: DACT Onderhoudsgroep Sleutelkluis Lus / Net Accu Detectie zone...
Pagina 128
Alle functies op een rij Selecteren op nummer Akoestische signaalgever HVAC Optische signaalgever Meer Status Brand Activeer Storing − Bediening van de geselecteerde elementen starten en beëindigen. Transmissie activeren Een geselecteerd transmissieapparaat activeren. Melder / detector verwijderen Alle akoestische signaalgevers en transmissieapparaten gedurende 15 minuten uitschakelen terwijl een melder wordt verwijderd.
Pagina 129
Alle functies op een rij Apparaat op RS232−interface wijzigen Een ander apparaat aan de RS232−interface toewijzen Programmering Ingangs−/uitgangsgroepen instellen H Ingangsgroep of Uitgangsgroep − De toegewezen elementen weergeven. − Elementen toevoegen of verwijderen. − Groepsnamen aanpassen. Groepen instellen H Groep uit, Blokkeergroep of Onderhoudsgroep −...
Pagina 130
H Een masterwachtwoord invoeren dat onbeperkt geldig is. Dit wachtwoord kan niet worden gewijzigd en kan worden opgevraagd bij uw Bosch−leverancier. H Een masterwachtwoord invoeren dat slechts gedurende een bepaalde periode geldig is. Dit wachtwoord is slechts 24 uur geldig en moet worden aangevraagd;...
Alle functies op een rij Alarmtellers Weergave van alarmmeldingen zijn binnengekomen sinds de brandmeldcentrale in gebruik is. Zoek functie / element Zoekfunctie H Een lijst van alle functies en apparaatnamen in alfabetische volgorde weergeven. H Een functie of apparaatnaam selecteren in de lijst. Ga naar element Een lijst weergeven van alle elementen die zijn aangesloten op het systeem en een element selecteren in deze lijst om meer informatie hierover weer te...
Pagina 134
Nederland: België: Bosch Security Systems BV Bosch Security Systems nv/sa Postbus 80002 Torkonjestraat 21F 5600 JB Eindhoven 8510 Marke Nederland België Tel: +31 (0)40 2577 200 Tel: +32 (0)56 200240 Fax: +31 (0)40 2577 202 Fax: +32 (0)56 202675 nl.securitysystems@bosch.com be.securitysystems@bosch.com...