Easy Series
6.
Apparaat
Bewegingsdetectors
Rookdetector
Relaismodule
Inertiedetector
Glasbreukdetector
Mini inbouw deur/
venstercontact
Verzonken deur-/
venstercontact
Deur/venstercontact
Binnensirene
Buitensirene
Watersensor/Lage
temperatuursensor
1
Om de inertiedetector te testen, creëer een schok om een inertiealarm te veroorzaken en herstel
vervolgens het alarm.
2
Om de glasbreukdetector te testen, gebruik een speciaal testapparaat om een glasbreukalarm te
veroorzaken en herstel vervolgens het alarm.
3
Indien u de detector saboteert, registreert de centrale de detector maar test hij deze niet. U moet het
juiste alarm creëren en het alarm herstellen om de detector te testen.
Tabel 2.6 Testprocedures voor draadloos apparaat
Bosch Security Systems, Inc.
Test elke zone. Als u specifieke zonenummers verkiest, test u de zones in de
toepasselijke volgorde.
Raadpleeg Tabel 2.6 voor instructies over het testen van elk draadloos apparaat.
Om te testen
Wandel door het dekkingspatroon van de detector.
Druk op de testknop van de detector en laat deze los of blaas rook
in de kamer van de detector om een alarm te veroorzaken. Herstel
het alarm.
Ingang en uitgang: Activeer en herstel de gesuperviseerde lus.
Alleen uitgang: Saboteer het apparaat.
Magnetische schakelaar: Open en sluit de schakelaar.
Alleen inertie: Veroorzaak een alarm en herstel het alarm
saboteer de detector.
Veroorzaak een alarm en herstel het alarm of saboteer de
detector.
Verwijder en plaats de magneet terug bij het draadloze toestel.
Verwijder en plaats de magneet terug bij het draadloze toestel of
activeer en herstel de gesuperviseerde lus. Voer beide tests alleen
uit als zowel het magneetcontact als de gesuperviseerde lus
worden gebruikt.
Saboteer het apparaat.
Saboteer het apparaat. Raadpleeg om het apparaat te
configureren Paragraaf 10.16 wLSN-buitensirene, Pagina 107.
Watersensor: Selecteer een van de volgende methoden:
–
–
Lage temperatuursensor: Sluit de "T"-pinnetjes gedurende
minstens 5 sec. kort.
Systeemreferentiegids
Systeeminstallatie en -configuratie | nlbe
3
3
Sluit de watersondepennen gedurende minstens 5 sec. kort
Dompel de watersonde gedurende minstens 5 sec. onder in
water
25
1
of
F01U087848 | 01 | 2009.02