16
nlbe | Systeeminstallatie en -configuratie
2.2.5
Installeer de ITS-DX4020-G-communicator en antenne
De ITS-DX4020-G wordt gevoed via de bus.
AANWIJZING!
i
Sluit niet permanent een telefoon aan op de huistelefoonaansluitingen van de Easy Series in
het geval dat u gebruik maakt van het ITS-DX4020-G GSM-kanaal voor communicaties.
Raadpleeg Afbeelding 1.1, Pagina 7 voor bekabelingsinstructies.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
2.2.6
Installeer de DX2010-ingangsexpander
De centrale ondersteunt tot drie DX2010-zone-uitbreidingen voor zones 9 t/m 32.
Raadpleeg de DX2010-installatievoorschriften (onderdeelnr: 49533) voor meer informatie.
1.
2.
3.
AANWIJZING!
i
In een NF A2P gecertificeerde installatie monteert u de DX2010-module aan de ene zijde van
de behuizing van de centrale of op een zijde van de hulpvoeding IPP-PSU-2A5).
F01U087848 | 01 | 2009.02
Installeer de ITS-DX4020-G SIM-kaart.
a) Houd de ITS-DX4020-G-communicator in de oriëntatie weergegeven in Afbeelding 9.1,
Pagina 72.
b) Schuif het klepje van de SIM-kaarthouder omhoog om te ontgrendelen en open de
deur.
c) Houd de SIM-kaart in de oriëntatie weergegeven in Afbeelding 9.1, Pagina 72 en breng
de SIM-kaart in de deur van de kaarthouder; de ingekeepte rand is weg van het scharnier
gericht.
d) Sluit het klepje van de kaarthouder en schuif het klepje omlaag om te vergrendelen.
Monteer de communicator in de behuizing van de centrale aan de hand van de
montagelocatie aan de zijkant.
Plaats de magnetische antenne op de behuizing van de centrale (bovenop aanbevolen
voor verticale polarisatie). De antenne moet op een metalen oppervlak worden geplaatst
voor een goede werking.
Sluit de antennekabel aan op de communicator.
Sluit de audioklemmen van de ITS-DX4020-G aan op de inwendige telefoonaansluitingen
van de centrale.
Bekabel de optiebusklemmen van de centrale naar de optiebus molexaansluiting van de
communicator. Indien u dit verkiest, kunnen de klemschroeven op de communicator
worden gebruikt in plaats van de molexaansluiting.
Installeer de configuratiejumper op de CONFIG MODE (J200)-pennen. Raadpleeg
Afbeelding 9.1, Pagina 72 voor de locatie van de jumper.
Stel de DIP-schakelaars van de DX2010 in.
Plaats de DX2010 in de behuizing van de centrale (achterwand of in één van de
zijwanden) of in een andere geschikte behuizing.
Sluit de DX2010 aan op de centrale. Raadpleeg Afbeelding 1.1, Pagina 7.
Sluit een draadbrugje aan op de TMPR- en COM-klemmen om de sabotage-ingang uit te
schakelen. Voor zonebekabelingsopties, raadpleeg Paragraaf 2.2.8 Sluit de
gesuperviseerde zones aan, Pagina 17. Om de sabotage-ingang op de DX2010 uit te
schakelen, sluit u een draadbrug aan tussen de TMPR- en COM-aansluitingen.
Systeemreferentiegids
Easy Series
Bosch Security Systems, Inc.