1. Stelmoer
2. Contramoer
10.
Om het enkelpuntssysteem af te stellen, moet
u de 2 bouten onderaan de maaihoogteplaat
losdraaien
(Figuur
Opmerking:
Om te verhogen draait u de
schroef rechtsom en om te verlagen draait u de
schroef linksom
Opmerking:
Draai de stelbout van het
enkelpuntssysteem losser of vaster tot de
montagebouten van de maaihoogteplaat ten
minste 1/3 van de lengte in de sleuven kunnen
bewegen. Hierdoor ontstaat er ruimte voor de
hoogteafstelling op de 4 maaidekkoppelingen.
Figuur 86
3. Afstelling achterste
maaidek
4. Afstelling voorste maaidek
87).
(Figuur
88).
1. Bouten aan de onderzijde van de maaihoogteplaat
g024669
1. Bout enkelpuntssysteem
11.
Draai de 2 bouten aan de onderzijde van de
maaihoogteplaat vast
Opmerking:
moet de mespunt aan de achterzijde 6,4 mm
hoger worden ingesteld dan de voorzijde.
12.
Draai de 2 bouten vast met een torsie van 37
tot 45 N·m.
13.
Meet aan beide zijden van het maaidek vanaf
het horizontale oppervlak tot de achterste punt
van het maaimes (punt B); zie
Opmerking:
bedragen.
14.
Stel de stelschroef fijn af door ze te draaien om
een hoogte te verkrijgen van 83 mm
63
Figuur 87
Figuur 88
(Figuur
87).
In de meeste omstandigheden
Figuur
De afstand moet 8,3 cm
(Figuur
g027345
g009042
85.
86).