2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Stel de antiscalpeerrollen af zoals in
Figuur 28
naargelang de maaihoogte-instelling
die het dichtst in de buurt ligt.
1. Flensmoer
2. Antiscalpeerrol
1. Bout
2. Lagerbus
De glijder(s) afstellen
Monteer de glijders in de laagste stand als de machine
wordt gebruikt bij een maaihoogte van meer dan
Figuur 27
Figuur 27
3. Lagerbus
4. Bout
Figuur 28
3. Antiscalpeerrol
4. Flensmoer
64 mm en in de hoogste stand als de machine wordt
gebruikt bij een maaistand van minder dan 64 mm.
Opmerking:
glijders omdraaien en op de andere kant van het
en
maaidek monteren. Hierdoor kunt u de glijders langer
gebruiken voordat u deze moet vervangen.
1.
Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem
in werking.
2.
Zet de gashendel op L
motor uit, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurdersstoel
verlaat.
3.
Verwijder de slotbouten en de moeren van de
glijders
(Figuur
g024242
1. Slotbout
2. Glijder
4.
Zet de glijders in de gewenste stand en zet ze
vast met de slotbouten en de moeren.
Opmerking:
of middelste openingen om de glijders af
te stellen. De onderste openingen worden
gebruikt als de glijders op een maaidek worden
omgewisseld, waarbij zij de bovenste openingen
op de andere kant van het maaidek worden.
5.
Om beschadiging van de glijder te voorkomen,
dient u de slotbouten en moeren van elke glijder
vast te draaien tot 12,4-14,7 N·m.
g024243
Bestuurdersstoel instellen
U kunt de stoel naar voren en naar achteren
verschuiven. De stand van de stoel moet zo zijn
dat u de machine het best kunt bedienen en dat u
comfortabel zit.
Om de bestuurdersstoel in te stellen, moet u de
hendel zijwaarts bewegen. Hiermee ontgrendelt u de
stoel
(Figuur
30).
28
Als de glijders slijten, kunt u versleten
ANGZAAM
29).
Figuur 29
3. Moer
Gebruik uitsluitend de bovenste
, schakel de
g024244