Bougies verwijderen
Belangrijk:
De bevestigingen op de deksels
van deze machine zijn zo ontworpen dat ze op
het deksel blijven zitten nadat de bevestiging
is losgemaakt. Draai alle bevestigingen op een
deksel een paar slagen losser zodat het deksel
loszit maar nog wel bevestigd is en draai de
bevestigingen daarna pas helemaal los totdat het
deksel eraf komt. Hiermee voorkomt u dat u per
ongeluk de bouten van de borgringen losdraait.
1.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
2.
Schakel de messchakelaar (aftakas) uit, zet de
rijhendels in de
VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND
en stel de parkeerrem in werking.
3.
Verwijder het scherm van de hydraulische
eenheid en de 2 bijbehorende bouten
50).
Opmerking:
Zo krijgt u toegang tot de voorste
bougie.
Figuur 50
1. Scherm van hydraulische
eenheid
4.
Verwijder de bougies.
(Figuur
g012432
2. Draai deze bouten los.
5.
Plaats het scherm van de linker hydraulische
eenheid
(Figuur
Bougie controleren
Belangrijk:
Bougies nooit schoonmaken.
Verwijder een bougie altijd als deze: een zwarte
laag heeft, als de elektroden versleten zijn, als er
een vettige laag op ligt of als de bougie scheuren
vertoont.
Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor
naar behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt
meestal op een vuil luchtfilter.
Stel de elektrodenafstand in op 0,76 mm.
Bougie monteren
Draai de gloeibougie(s) vast met een torsie van 24,4
tot 29,8 N·m.
42
Figuur 51
50).
Figuur 52
g024215
g027478
g027479