Motorolie verversen/oliepeil
controleren
Onderhoudsinterval/Specificatie
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Na de eerste 8 bedrijfsuren
Om de 100 bedrijfsuren
Om de 200 bedrijfsuren—Oliefilter vervangen.
Opmerking: Ververs de olie vaker als de machine in zeer
stoffige of zanderige omstandigheden wordt gebruikt.
Type olie: Reinigingsolie (API-onderhoudsclassificatie SF,
SG, SH of SJ)
Carterinhoud: 1,7 liter zonder filter; 1,5 liter met filter
Viscositeit: raadpleeg de tabel
Het motoroliepeil controleren
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking.
3. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht tot alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn
gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
4. Maak de omgeving van de peilstok
zodat er geen vuil in de vulopening kan komen, wat in
motorschade kan resulteren.
(Figuur
25).
Figuur 25
(Figuur
26) schoon,
1. Oliepeilstok
5. Verwijder de peilstok en veeg het uiteinde schoon
(Figuur
26).
6. Peilstok helemaal in de vulbuis schuiven, maar niet
vastdraaien in de buis
7. Trek de peilstok eruit en controleer het oliepeil op het
uiteinde. Als het oliepeil te laag is, moet u langzaam
net genoeg olie in de vulbuis gieten totdat het peil de
VOL-markering bereikt.
Belangrijk: Giet niet te veel olie in het carter; als
de motor daarna gaat lopen, ontstaat schade aan
de motor.
Olie verversen
1. Parkeer de machine zo dat de aftapkant iets lager staat
dan de andere kant zodat alle olie kan weglopen.
2. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking.
3. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
4. Schuif de aftapslang over de aftapplug.
5. Plaats een opvangbak onder de aftapslang. Draai aan
de aftapplug om de olie in de bak te laten lopen
27).
6. Als alle olie is weggelopen, draait u de aftapplug dicht.
7. Verwijder de aftapslang
Opmerking: De oude olie afgeven bij een
inzamelcentrum.
24
Figuur 26
2. Vulbuis
(Figuur
26).
(Figuur
27).
(Figuur