Onderhoud van maaidek
Veiligheid van de messen
Raadpleeg en voltooi de procedure in
onderhoud (bladz.
32).
Versleten of beschadigde messen of ondermessen
kunnen breken en een stuk ervan kan naar u of
naar omstanders worden uitgeworpen en zo ernstig
lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen.
•
Controleer op gezette tijden de maaimessen
en ondermessen op overmatige slijtage en
beschadigingen.
•
Wees voorzichtig als u de messen controleert.
Draag handschoenen en wees voorzichtig als
u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de
messenkooien. De maaimessen en ondermessen
mogen alleen worden vervangen of gewet; probeer
ze nooit te rechten of eraan te lassen.
•
Let op bij machines met meerdere maai-eenheden:
als u één messenkooi draait, kunnen andere
messenkooien ook in beweging komen.
Afstelling van contact
tussen snijplaat en
messenkooi controleren
Elke dag voordat u gaat maaien moet u het contact
tussen het ondermes en de messenkooi controleren,
ongeacht of de maaikwaliteit bij een eerdere maaibeurt
aanvaardbaar was. Er moet een licht contact zijn
over de volledige lengte van de messenkooi en het
ondermes; zie de Gebruikershandleiding van het
maaidek.
Toerental van de
messenkooien instellen
Om een constante, hoge maaikwaliteit te verkrijgen
en een uniform aanzicht na het maaien, moet u de
snelheid van de messenkooi (op het verdeelblok,
onder de afdekking links van de stoel) juist instellen.
U stelt de toerentalregeling van de messenkooien als
volgt in:
1.
Kies de maaihoogte waarop de maai-eenheden
zijn ingesteld.
2.
Kies de rijsnelheid die het meest geschikt is voor
de omstandigheden.
3.
Gebruik de volgende tabel om het gewenste
toerental van de messenkooien te bepalen voor
Veiligheid bij
4.
5.
49
uw maai-eenheden met 5, 8, 11 of 14 messen
(Figuur
50).
Figuur 50
Kantel de bestuurdersstoel naar voren en
ondersteun hem met de steunstang
Figuur 51
Stel het toerental van de messenkooi in door
de knop voor de toerentalregeling van de
messenkooien te draaien
indicatorpijl het nummer aanwijst dat u bepaald
hebt in stap 3.
g014736
(Figuur
51).
g229847
(Figuur
52) tot de de