maai-eenheden van het gazon af zijn, laat u de
maai-eenheden omhoog komen.
Opmerking:
Zo worden graskluiten op de
green tot een minimum beperkt.
3.
Plaats de vlag terug.
4.
Verwijder al het maaisel uit de grasmanden
voordat u de machine naar een volgende green
rijdt.
Opmerking:
Zwaar en vochtig maaisel vormt
een overmatige belasting voor de manden en
voegt onnodig gewicht toe aan de machine,
waardoor de systemen van de machine (motor,
het hydraulische systeem, de remmen, enz.)
zwaarder worden belast.
Na gebruik
Veiligheid na het werk
Algemene veiligheid
•
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het
contact. Wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen en laat de machine
afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of
repareert.
•
Verwijder gras en vuil van de maaidekken,
de aandrijvingen, de geluiddempers, de
koelschermen en de motor om brand te
voorkomen. Veeg gemorste olie en brandstof op.
•
Zorg ervoor dat de brandstofafsluitklep is gesloten
als u de machine stalt of transporteert.
•
Schakel de aandrijving van het werktuig uit als u
de machine transporteert of niet gebruikt.
•
Laat de motor afkoelen voordat u de machine in
een afgesloten ruimte stalt.
•
Onderhoud en reinig de veiligheidsgordel(s) indien
nodig.
•
Stal de machine of het brandstofvat nooit in de
buurt van een open vuur, vonken of een waakvlam
zoals die van een boiler of een ander apparaat.
Veiligheid tijdens het slepen
•
Sleep uitsluitend met een machine die is voorzien
van een trekhaak. Bevestig materiaal dat wordt
gesleept, uitsluitend aan het sleeppunt.
•
Volg de aanwijzing van de fabrikant op
met betrekking tot de gewichtslimiet voor
sleepwerktuigen en slepen op hellingen. Op een
helling kan het gewicht van een gesleept werktuig
ertoe leiden dat de wielen hun grip verliezen en de
bestuurder de controle over de machine verliest.
•
Laat kinderen of andere personen nooit
plaatsnemen in of op gesleepte werktuigen.
•
Rij langzaam en zorg voor voldoende afstand om
te stoppen wanneer u de machine sleept.
Inspecteren en reinigen na
het maaien
Reinig de machine na het maaien grondig met een
tuinslang zonder spuitmond zodat bij een te hoge
waterdruk de afdichtingen en lagers niet worden
beschadigd of verontreinigd raken. Was een hete
motor of elektrische aansluitingen niet met water.
Doe het volgende nadat u de machine hebt gereinigd:
•
Controleer de machine op eventuele lekken in het
hydraulische systeem, beschadiging of slijtage
van de hydraulische en mechanische onderdelen.
•
Controleer of de maai-eenheden scherp genoeg
zijn.
•
Smeer de remas met SAE 30 olie of een
sproeismeermiddel om corrosie te voorkomen en
ervoor te zorgen dat de machine tot tevredenheid
blijft werken als u deze de volgende keer gebruikt.
De machine transporteren
•
Wees voorzichtig als u de machine inlaadt op een
aanhanger of een vrachtwagen of uitlaadt.
•
Gebruik een oprijplaat van volledige breedte bij
het laden van de machine op een aanhanger of
vrachtwagen.
•
Zet de machine goed vast met spanbanden,
kettingen, kabels of touwen. Zowel de voorste als
de achterste spanband moet naar beneden en
naar de buitenkant van de machine lopen.
De machine slepen
In een noodgeval kunt u de machine slepen over een
afstand van 0,4 km.
Belangrijk:
U mag de machine niet sneller dan
met 3 tot 5 km per uur slepen om te vermijden
dat u het aandrijfsysteem beschadigt. Als u de
machine meer dan 0,4 km moet verplaatsen, moet
u deze vervoeren op een vrachtwagen of een
aanhanger.
1.
Ga naar het omloopventiel op de pomp en draai
het 2 volledige slagen linksom
30
(Figuur
27).