Figuur 36
1. Testaansluiting
4. Trek de testaansluiting voorzichtig uit de stekker van
de kabelboom.
5. Bevestig de stekker van de Diagnostische ACE aan de
stekker van de kabelboom (Figuur 37).
Opmerking: Controleer of de juiste overlay-sticker
op het display van de Diagnostische ACE is geplaatst.
Figuur 37
1. Diagnostische ACE
6. Draai het contactsleuteltje op Aan, maar start de motor
niet.
Opmerking: De rode tekst op de overlay-sticker
heeft betrekking op de inputschakelaars en de groene
tekst op de outputs.
7. De LED 'inputs getoond' op de kolom rechtsonder op
de Diagnostische ACE moet oplichten. Als de LED
'outputs getoond' oplicht, moet u de tuimelschakelaar
op de Diagnostische ACE indrukken om de LED
'inputs getoond' te laten oplichten.
De Diagnostische ACE zal de LED laten oplichten die
hoort bij de inputschakelaar die wordt gesloten.
8. Laat elke schakelaar afzonderlijk van de open naar de
gesloten stand gaan (d.w.z. neem plaats op de stoel,
trap het tractiepedaal in, enz.) en controleer of de juiste
LED op de Diagnostische ACE gaat knipperen als de
corresponderende schakelaar wordt gesloten. Herhaal
deze procedure bij elke schakelaar die met de hand van
de open in de gesloten stand kan worden gezet.
9. Als de schakelaar wordt gesloten zonder dat de
bijbehorende LED gaat branden, moet u alle kabels
en aansluitingen naar de schakelaar controleren en/of
de schakelaar doormeten met een weerstandsmeter.
Vervang beschadigde schakelaars en repareer kapotte
kabels.
Opmerking: De Diagnostische ACE kan ook
ontdekken welke solenoïdes of relais van de outputs
zijn ingeschakeld. Dit is een snelle manier om vast
stellen of het om een storing in het elektrische of het
hydraulische systeem van de machine gaat.
Controle van de outputfunctie
1. Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat de
maaidekken neer, zet de motor af en stel de parkeerrem
in werking.
2. Verwijder het inspectieluik op de zijkant van de
bedieningsarm.
3. Ga naar de kabelboom en de kabelstekkers bij het
besturingssysteem.
4. Trek de kringloopstekker voorzichtig uit de stekker van
de kabelboom
5. Bevestig de stekker van de Diagnostische ACE aan de
stekker van de kabelboom.
Opmerking: Controleer of de juiste overlay-sticker
op de Diagnostische ACE is geplaatst.
6. Draai het contactsleuteltje op AAN, maar start de
motor niet.
Opmerking: De rode tekst op de overlay-sticker
heeft betrekking op de inputschakelaars en de groene
tekst op de outputs.
7. De LED 'outputs getoond' op de kolom rechtsonder
op de Diagnostische ACE moet oplichten. Als de LED
'inputs getoond' oplicht, moet u de tuimelschakelaar op
de Diagnostische ACE indrukken om de LED 'outputs
getoond' te laten oplichten.
Opmerking: Het kan noodzakelijk zijn de LEDs
'inputs getoond' en 'outputs getoond' enige malen
beurtelings te laten oplichten om de volgende stap uit
te voeren. Om de LED's beurtelings te laten oplichten,
drukt u de tuimelschakelaar nog een keer in. Dit kunt u
zo vaak doen als nodig is. Houd de knop niet ingedrukt.
8. Neem plaats op de stoel en probeer de gewenste
functie van de machine. Als de juiste output-LED
gaan branden, duidt dit erop dat de ECM die functie
inschakelt.
30