Toerental van de
messenkooien instellen
Om ervoor te zorgen dat de maaikwaliteit constant en van
hoog niveau blijft en het gazon na het maaien een gelijkmatig
uiterlijk krijgt, is het belangrijk dat de toerentalregeling van de
messenkooien (die zich onder de bestuurdersstoel bevindt)
juist is afgesteld. U stelt het toerental als volgt in:
1. Afstelling van messenkooi met 8 messen
2. Afstelling van messenkooi met 11 messen
4. Om het toerental in te stellen, draait u aan de knop
(Figuur 32) tot de wijzer de gewenste instelling aangeeft.
1. Knop voor de toerentalregeling van de messenkooien
g020259
Figuur 32
1. Selecteer de maaihoogte waarop de maaidekken zijn
ingesteld.
2. Kies de rijsnelheid die het meest geschikt is voor de
maaiomstandigheden.
3. Raadpleeg de tabel op de sticker met
messenkooitoerentallen (Figuur 31) om het
juiste messenkooitoerental te bepalen.
Figuur 31
3. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de
afstelling van de messenkooi.
Opmerking: Het toerental van de messenkooien
kan worden verhoogd of verlaagd om veranderingen
in de gazonomstandigheden te compenseren. Als u
grasvangers gebruikt, moet u het messenkooitoerental
verhogen voor betere grasvangprestaties.
Tegendruk van hefarmen
afstellen
U kunt de tegendruk op de hefarmen van het achtermaaidek
afstellen om de machine aan te passen voor verschillende
gazonomstandigheden en ervoor te zorgen dat de maaihoogte
constant blijft in zware omstandigheden of op terrein waar
een viltlaag is ontstaan.
U kunt elke tegendrukveer instellen op vier verschillende
standen. Elke stand verhoogt of verlaagt de tegendruk op
het maaidek met 1,4 kg ten opzichte van de vorige stand.
De veren kunnen worden geplaatst op de achterkant van de
eerste actuator van de veer om alle tegendruk op te heffen
(vierde stand).
27