1. Claxonknop (uitsluitend
TC-modellen)
2. Urenteller
3. Lichtschakelaar
Contactschakelaar
De contactschakelaar bevindt zich in de
rechterbenedenhoek van het dashboard
De contactschakelaar heeft 3 standen: U
S
.
TART
U kunt de machine op 2 manieren starten; zie
starten (bladz.
19).
Lichtschakelaar
Gebruik de lichtschakelaar
koplampen aan te zetten. Duw de schakelaar naar
boven om de koplampen in te schakelen. Duw de
schakelaar naar beneden om de koplampen uit te
schakelen.
Urenteller
De urenteller toont het aantal uren dat de machine in
bedrijf is geweest. De urenteller
als de contactschakelaar in de stand A
of als de motor loopt.
Motoroliedruklampje
Het motoroliedruklampje
de oliedruk in de motor beneden een veilig niveau
daalt. Als het lampje aangaat en blijft branden,
moet u de motor uitschakelen en het motoroliepeil
controleren. Vul indien nodig olie bij in de motor; zie
Motoroliepeil controleren (bladz.
Opmerking:
Het oliedruklampje kan gaan knipperen.
Deze toestand is normaal en vereist geen actie.
Figuur 9
4. Oliedruklampje
5. Contactschakelaar
6. Aansluitpunt
(Figuur
, A
IT
(Figuur
9) om de
(Figuur
9) gaat lopen
wordt gezet
AN
(Figuur
9) waarschuwt u dat
33).
Aansluitpunt
Gebruik het aansluitpunt
elektrische accessoires van 12 V van stroom te
voorzien.
Brandstofmeter
De brandstofmeter
brandstoftank naast de vuldop, aan de linkerkant van
de machine. De brandstofmeter geeft aan hoeveel
brandstof er in de tank zit.
g027614
9).
en
AN
1. Leeg
Motor
2. Vol
3. Naald
Handgrepen voor passagier
De handgrepen voor de passagier bevinden zich
rechts van het instrumentenpaneel en op de
buitenkant van elke stoel
1. Handgreep – heupsteun
12
Figuur 9
om optionele
(Figuur
10) vindt u op de
Figuur 10
4. Brandstofmeter
5. Dop van brandstoftank
(Figuur
11).
Figuur 11
2. Handgreep voor passagier
g008398
g009193