Nederlands
LD-G-2
Functie-uitgangen
De
decoder
heeft
vier
schakelbare
functie-uitgangen,
waarop
verschillende
verbruikers
(b.v.
verlichting,
rookgenerator,
geluidsmodule, elektrische koppeling) kunnen worden aangesloten. De
functie-uitgangen worden via de functietoetsen „function" en/of door de
speciale functies F1 t/m F4 geschakeld.
De ingestelde toestand van de functie-uitgangen wordt opgeslagen.
Ook als de decoder langere tijd geen stroom kreeg, worden deze bij het
opnieuw inschakelen weer ingesteld.
Toewijzing: De toewijzing van de functietoetsen aan de functie-
uitgangen van de decoder is vrij naar keuze. Het is mogelijk om een
functie-uitgang aan meerdere functietoetsen toe te wijzen. Functie-
uitgangen die aan de functie „function" zijn toegewezen kunnen
rijrichtingafhankelijk worden geschakeld.
Voorbeeld: De verlichting van een rangeerloc wordt zowel aan de
functie F1 als aan de functie „function" toegewezen. Binnen het
rangeerbedrijf wordt de verlichting via F1 geschakeld, bij het gewone
rijden rijrichtingafhankelijk via „function".
Dimmen: Alle functie-uitgangen kunnen afzonderlijk worden gedimd.
Voorbeeld: De voor het analoog bedrijf bedoelde lampjes van oudere
locs kunnen worden gedimd en hoeven daarom na het inbouwen van
de decoder niet te worden verwisseld.
Voorbeeld: De frontverlichting wordt op twee functie-uitgangen
aangesloten. Via de ene functietoets wordt de standaard verlichting
geschakeld en via de andere functietoets het grootlicht.
Kickfunctie: Alle functie-uitgangen kunnen zo worden ingesteld dat ze
de eerste zeven seconden de volle spanning behouden en daarna
gedimd worden.
Voorbeeld: Bij enkele typen elektrische koppelingen is voor het
ontkoppelen de volle spanning noodzakelijk. Om de koppeling te lossen
moet aansluitend de spanning worden gereduceerd.
Pagina 70