Naald op het scherm selecteren
Na het verwisselen van de steekplaat kan worden gecontroleerd of deze met de geselecteerde naald kan
worden gebruikt.
> Druk op het symbool «Steekplaat-/Naaldselectie».
> Selecteer de voorheen bevestigde steekplaat.
–
Als de geselecteerde steekplaat in combinatie met de naald gebruikt kan worden, kan het naaiwerk
worden gestart.
–
Als de geselecteerde steekplaat niet geschikt in combinatie met de naald, verschijnt een foutmelding
en het starten van de machine wordt automatisch verhinderd.
2.11 Inrijgen
Bovendraad inrijgen
Inrijgen voorbereiden
> Zet het plaatje van schuimstof op de garenkloshouder.
> Zet de garenklos op de garenkloshouder, zodat de draad met de wijzers van de klok mee wordt
afgewikkeld.
> Bevestig de passende garengeleidingsschijf.
> Zet de machine aan en wacht totdat deze is ingeschakeld.
> Zet de naald en de naaivoet omhoog.
Draad inrijgen tot aan de naald
> Houd de draad met hand vast tussen de garenklos en de achterste draadgeleiding (1). Pak met de andere
hand het uiteinde van de draad en houd de draad zodanig vast, dat deze tijdens de volgende stappen
steeds strakgetrokken is.
> Geleid de draad in de richting van de pijl door de draadspanning (2).
1
2
> Geleid de draad naar beneden om de draadhevelafdekking (3) en weer naar boven.
Voorbereidingen
41