BRANDSTOFMENGSEL VOOR HET INLOPEN VAN DE MOTOR
Gebruik een 25:1 (4%) benzine‑oliemengsel in de eerste tank brandstof.
INLOOPPROCEDURE
Laat de gasklepinstelling tijdens het eerste bedrijfsuur variëren. Tijdens het eerste bedrijfsuur dient u te voorkomen
dat de motor gedurende meer dan twee minuten met een constant toerental loopt en dient u langdurig vol gas te
vermijden.
De motor starten
Voordat u de motor start, moet u de Controlelijst vóór het starten, Bedieningsinstructies en Procedure voor het
inlopen van de motor in het gedeelte Bediening lezen.
GEBRUIK VAN DE INGEBOUWDE BRANDSTOFTANK
1.
Open de ontluchting op de ingebouwde brandstoftank.
2.
Zet de tweewegs brandstofklep in de onderste stand.
GEBRUIK VAN EEN LOSSE BRANDSTOFTANK
1.
Verbind de brandstofslang met de buitenboordmotor. Zorg ervoor dat de connector op zijn plaats wordt
geklikt.
2.
Open de ontluchting van de brandstoftank op brandstoftanks met handbediende ontluchting.
BEDIENING
ob00473
27
ob01276
ob00475