3.8 Installatie-inspectie
3.8.1 Wanneer de werkzaamheden zijn voltooid, controleert u of
3.8.2 Functiecontrole
•
alle onderdelen volgens de installatiehandleiding zijn
geïnstalleerd;
•
alle schroeven correct zijn vastgedraaid;
•
er zich geen scherpe randen bevinden op enige onderdelen
die in contact kunnen komen met mensen;
•
alle slangen, pijpen en aansluitingen intact zijn en geen
defecten hebben;
•
alle functies van de machine correct werken. Indien nodig
aanpassen.
Voer een installatiekwalificatie, een bedrijfskwalificatie en een
prestatiekwalificatie volgens ISO 15883 uit voordat de machine in
gebruik wordt genomen.
Onjuist gebruik kan leiden tot schade aan voorwerpen en
persoonlijk letsel.
WAARSCHUWING!
Voer vóór de functiecontrole een aarddoor-
gangstest uit en documenteer het resultaat.
•
Controleer of de bedpanspoeler op de juiste netspanning is
aangesloten in overeenstemming met het typeplaatje.
•
Open de waterkleppen en draai de hoofdschakelaar in
het display aan. Het programma Ready Select (Klaar
selecteer) wordt als het goed is na ongeveer 20 seconden
weergegeven.
•
Als de machine beschikt over wasmiddeldosering: Druk op
en controleer of het lampje in de knop gaat branden.
•
Controleer of de temperatuur van het binnenkomende water
correct is. De temperatuur moet tussen 45° en 60°C liggen.
17