Figuur 40. Een voedingseenheid in het systeem installeren
4. Voer deze taak uit voor elke voedingseenheid die bij de server is geleverd.
5. Zorg ervoor dat de bekabeling van elke groep voedingseenheden geschikt is voor redundantie. Als u
de redundantie wilt handhaven, moet u de voedingskabels van de stroomverdeler (PDU) aansluiten
op de bovenste twee posities voor voedingseenheden. Sluit de voedingskabels van de andere PDU
aan op de onderste twee posities voor voedingseenheden.
6. Sluit de netsnoeren aan op de voedingseenheden (A). Zie Figuur 41 op pagina 51.
Opmerking: Als er een stekker aanwezig is in een poort op de achterkant van het systeem, verwijder
die dan. De poortafdekkingen dienen als herinnering dat het beheerderswachtwoord van uw beheer-
de systeem gereset moet worden nadat de IPL (initial system load) afgerond is.
7. Leid de netsnoeren en andere kabels langs de kabelgeleiderarm. Voor redundante voeding is het
noodzakelijk om de voedingseenheden 1 en 2 naar de ene PDU te leiden, en de voedingseenheden 3
en 4 naar de andere PDU.
8. Zet het snoer en de kabels vast met kabelbinders of klittenband (B), zoals in afbeelding Figuur 41 op
pagina 51.
50 Power Systems: De IBM Power System E950 (9040-MR9) installeren