[70] Hoe te gebruiken
Belicht.comp.
Uitgaande van de belichtingswaarde die is ingesteld door de automatische
belichtingsfunctie, kunt u het gehele beeld helderder of donkerder maken als u
[Belicht.comp.] verandert naar de pluskant respectievelijk de minkant
(belichtingscompensatie). Normaal gesproken wordt de belichting automatisch ingesteld
(automatische belichting).
(Belicht.comp.) op het besturingswiel → druk op de linker-/rechterkant van
1.
/
het besturingswiel of draai het besturingswiel en selecteer het gewenste
belichtingsbereik.
U kunt de belichting instellen binnen een bereik van –3,0 EV tot +3,0 EV.
Opmerking
U kunt voor bewegende beelden de belichting instellen binnen een bereik van −2,0 EV tot
+2,0 EV.
Als u een onderwerp opneemt in uiterst heldere of donkere omstandigheden, of wanneer
u de flitser gebruikt, kunt u mogelijk geen bevredigend resultaat bereiken.
Als u [Handm. belichting] gebruikt, kunt u de belichting alleen compenseren als [ISO] is
ingesteld op [ISO AUTO].
[71] Hoe te gebruiken
Lichtmeetfunctie
Selecteert de lichtmeetfunctie die instelt welk deel van het scherm moet worden gemeten
voor het bepalen van de belichting.
1. MENU →
Menu-onderdelen
Multi (standaardinstelling):
Na opdeling van het totale scherm in meerdere gebieden wordt het licht op elk gebied
gemeten, en zo wordt de juiste belichting van het hele scherm bepaald (Multi-
patroonmeting).
Midden:
Meet de gemiddelde helderheid van het hele scherm, terwijl de nadruk ligt op het
De opnamefuncties gebruiken
De opnamefuncties gebruiken
(Camera- instellingen) → [Lichtmeetfunctie] → gewenste instelling.
Belichting instellen
Belichting instellen