Menu-onderdelen
Altijd (standaardinstelling):
Start het opnemen van bewegende beelden wanneer u in een willekeurige functie op de
MOVIE-knop drukt.
Alleen Filmmodus:
Start het opnemen van bewegende beelden alleen wanneer u op de MOVIE-knop drukt als
de opnamefunctie is ingesteld op [Film].
[105] Hoe te gebruiken
voor handig gebruik
Geheugen
U kunt maximaal 3 veelgebruikte functies of apparaatinstellingen registreren in het apparaat.
U kunt de instellingen eenvoudig oproepen met de functiekeuzeknop.
1. Stel het apparaat in op de instelling die u wilt registreren.
2. MENU →
Items die kunnen worden geregistreerd
Opnamefunctie
Diafragma (F-getal)
Sluitertijd
Camera- instellingen
Optische-zoomvergroting
Geregistreerde instellingen oproepen
Zet de functiekeuzeknop in de stand MR, druk daarna op de rechter-/linkerkant van het
besturingswiel of draai het besturingswiel om het gewenste geheugennummer te selecteren.
Geregistreerde instellingen veranderen
Verander de instelling naar de gewenste instelling en registreer deze instelling onder
hetzelfde functienummer.
Opmerking
Programmaverschuiving kan niet worden geregistreerd.
De opnamefuncties gebruiken
(Camera- instellingen) → [Geheugen] → gewenst nummer.
De opnamefuncties aanpassen