Inhoudsopgave
Advertenties
DataTrak-bediening
OPMERKING: Voorkom schade aan de tiptoetsen
door niet met scherpe voorwerpen, zoals pennen,
kunststof kaarten of vingernagels, op de toetsen
te drukken.
OPMERKING: DataTrak is bij bepaalde modellen
inbegrepen. Zie Modellen, pagina 4 voor een lijst
met modellen met DataTrak.
OPMERKING: Het DataTrak-scherm (Y) wordt
na 1 minuut uitgeschakeld om de levensduur
van de batterij te verlengen. Druk op een van
de knoppen om het scherm te openen.
Instelstand
1. Zie A
. 6. Houd de knop
FB
5 seconden ingedrukt totdat het instelmenu
wordt geopend.
2. Als u instellingen wilt invoeren voor de
overtoerenbeveiliging, een kleiner formaat
en eenheden voor de stroomsnelheid en de
overtoerenfoutopties E1, E2 en E5 wilt inschakelen,
drukt u op
om de waarde te wijzigen. Vervolgens
drukt u op
om de waarde op te slaan
en de cursor naar het volgende gegevensveld
te verplaatsen.
OPMERKING: Wanneer de overtoeren-, E1-, E2-
en E5-foutopties ingeschakeld zijn, wordt er een
op het instelscherm weergegeven. Zie A
3. Verplaats de cursor naar het veld dat de E5-foutoptie
inschakelt en druk dan nogmaals op
Instelfunctie te verlaten.
312438S
gedurende
. 6.
FB
om de
Bedrijfsmodus
Overtoeren
1. Zie A
. 6. Als overtoeren van de pomp voorkomt,
FB
zal de overtoerensolenoïde ingeschakeld worden,
waarna de pomp tot stilstand gebracht wordt.
De LED (W) gaat knipperen en het scherm (Y)
geeft een overtoerentoestand aan (zie Tabel 3).
2. Sluit de hoofdluchtklep om het overtoerenventiel
te resetten. Wacht totdat de lucht volledig uit de
luchtmotor is gestroomd voordat u naar stap 3 gaat.
Het scherm verandert, zoals hieronder is te zien,
om dit aan te geven.
B
3. Druk op
om de diagnosecode te wissen
en de overtoerensolenoïde te resetten.
4. Open de hoofdluchtklep (B) om de pomp opnieuw
te starten.
OPMERKING: Schakel de overtoerencontrole uit
door over te schakelen op de instelmodus en stel
een overtoerenwaarde (T) van 0 (nul) in of schakel
(RT) uit
(zie A
DataTrak-bediening
. 6).
FB
21
Advertenties
Inhoudsopgave
