22
Tabel 7. NSBxxxx-foutcodes en -foutberichten (vervolg)
Foutcode
Foutbericht
NSB61750
Loopbacktest mislukt.
NSB61760
Hartslag mislukt.
NSB61770
Onverwachte Token Ring-
interrupt.
NSB61809
Token Ring-fout bij full
duplex-opdracht.
NSB61819
Token Ring-fout bij full
duplex-loopback.
NSB61829
Token Ring-fout in
duplicaatadres bij full
duplex.
NSB61839
Token Ring-fout bij
opvragen station.
NSB61840
Fout bij functie Openen.
NSB61850
Fout - signaalverlies
NSB61860
Fout - defecte draad
NSB61870
Fout - ringsnelheid cor-
respondeert niet
NSB61880
Fout - time-out.
NSB61890
Fout - ringstoring.
NSB61900
Fout - ring beaconing.
NSB61910
Fout - dubbel MAC-adres. Controleer of het MAC-adres van de thin
NSB61930
Fout - verwijdering
ontvangen.
Wat moet u doen
Full duplex-fout. Neem contact op met de
systeembeheerder (vermeld netwerk-
problemen) of schakel over naar half
duplex. Als hiermee het probleem niet is
verholpen, vervangt u de logische eenheid
van de thin client (zie "De logische een-
heid vervangen" op pagina 29).
Full duplex-fout. Neem contact op met de
systeembeheerder (vermeld netwerk-
problemen) of schakel over naar half
duplex. Als hiermee het probleem niet is
verholpen, vervangt u de logische eenheid
van de thin client (zie "De logische een-
heid vervangen" op pagina 29).
Stray-fout. Als de thin client niet
automatisch herstart, start u de thin client
opnieuw op.
Geeft het stadium aan van het invoegen
van de Token-ring-adapter. Let op de
berichten die volgen op dit bericht.
Geeft het stadium aan van het invoegen
van de Token-ring-adapter. Let op de
berichten die volgen op dit bericht.
Geeft het stadium aan van het invoegen
van de Token-ring-adapter. Let op de
berichten die volgen op dit bericht.
Geeft het stadium aan van het invoegen
van de Token-ring-adapter. Let op de
berichten die volgen op dit bericht.
Vervang de logische eenheid van de thin
client (zie "De logische eenheid
vervangen" op pagina 29).
Controleer de verbinding met het netwerk
Controleer de verbinding met het netwerk
Stel de ringsnelheid handmatig in via de
instellingen voor Local (NVRAM) van de
setup utility of in het IBM thin client
Manager-programma.
Vervang de logische eenheid van de thin
client (zie "De logische eenheid
vervangen" op pagina 29).
Controleer of er geen problemen zijn met
het netwerk en start de thin client opnieuw
op.
Controleer of er geen problemen zijn met
het netwerk en start de thin client opnieuw
op.
client correct gedefinieerd is.
Controleer of invoeging in de ring niet
geblokkeerd is.