B
Opmerkingen over automatische scherpstelling
De autofocus werkt mogelijk niet zoals verwacht (A 71). In dit geval probeert u het volgende:
1. Stel Autofocus-stand in het filmmenu in op A Enkelvoudige AF (standaardinstelling) voor de
filmopname wordt gestart (A 91, E58).
2. Kadreer een ander onderwerp - dat zich op dezelfde afstand van de camera bevindt als het gewenste
onderwerp - in het midden van het beeld, druk op de knop b (e filmopname) om de opname te
starten en wijzig daarna de kadrering.
C
Beschikbare functies voor filmopname
• De instellingen voor belichtingscorrectie, witbalans en kleuropties voor de huidige opnamestand worden
ook toegepast bij filmopnames. De toon die eigen is aan het gebruik van de onderwerpstand (A 37) of
de stand Speciale effecten (A 47), wordt ook toegepast op films. Als de macro-stand ingeschakeld is,
kunnen films worden gemaakt van onderwerpen die zich dichter bij de camera bevinden. Controleer de
instellingen voor u met de filmopname begint.
• De zelfontspanner (A 57) kan worden gebruikt. Stel de zelfontspanner in en druk vervolgens op de knop
b (e filmopname) om de filmopname te starten na 10 seconden.
• De flitser gaat niet af.
• Druk op de knop d om het menupictogram D (Film) te selecteren en pas de instellingen voor het
filmmenu aan voordat u de filmopname start (A 91).
C
Meer informatie
• Maximale opnametijd voor films ➝ E55
• Namen voor bestanden en mappen ➝ E83
90