Invulflitsen (#)
De flitser ontsteekt altijd, ongeacht het beschikbare licht.
Deze functie is vooral nuttig om schaduwen (bijvoorbeeld
van boombladeren) op het gelaat van personen, in situaties
met tegenlicht, enzovoort weg te werken. Maar ook om
kleurverschuivingen te corrigeren welke veroorzaakt
worden door kunstlicht, en dan met name door TL-licht.
Opmerking
Bij overmatig helder licht is het mogelijk dat invulflitsen niet het gewenste effect heeft.
Flitser uit ($)
De flitser ontsteekt nooit, ook niet bij weinig licht. Deze functie gebruikt u op plaatsen waar
flitsen niet gewenst of zelfs verboden is, maar ook bij het fotograferen van landschappen,
zonsondergangen en andere onderwerpen die buiten het bereik van de flitser staan.
Opmerking
Omdat met de flitser uitgeschakeld en bij weinig licht automatisch een lange sluitertijd
wordt ingesteld, doet u er goed aan een statief te gebruiken om bewegen van de camera
tegen te gaan en bewegingsonscherpte te voorkomen.
1
Druk op de keuzeknop voor de
flitserfunctie
Hiermee opent u het instelmenu voor de flitser
instellingen.
Selecteer de gewenste flitserfunctie
2
en druk dan op de e-knop.
Druk de ontspanknop half in.
3
Bij lichtomstandigheden waarbij de flitser nodig is,
licht het functiepictogram # (Flitser paraat) op.
Maak de opname door de ontspanknop
4
helemaal in te drukken.
TIPS
Het functiepictogram # (Flitser wordt opgeladen) knippert.
→ De flitser wordt opgeladen. Wacht tot het functiepictogram # dooft.
Opmerking
Met de camera ingesteld op panoramaopnamen ontsteekt de flitser niet.
Met de camera ingesteld op macro en de zoomlens in de groothoekstand (W) is het
mogelijk dat u met de flitser niet het optimale resultaat verkrijgt. U doet er dan ook goed
aan de door u gemaakte opname in de monitor te controleren.
#
.
FOTOGRAFEREN
FLASH MODE
AUTO
The flash fires
automatically
in low light.
SELECT
GO
OK
# teken
5 5
2560
2560 1920
1920
HQ
HQ
NL
19