BATTERIJ IN DE CAMERA ZETTEN
De batterij
Opmerking
De door de camera verbruikte hoeveelheid energie is sterk afhankelijk van de gebruikte
functies.
In onderstaande gevallen wordt voortdurend energie verbruikt, waardoor de batterij snel
uitgeput raakt:
Door veelvuldig te zoomen.
Door in de stand Fotograferen herhaaldelijk automatisch scherp te stellen door de
ontspanknop half in te drukken.
Als tijdens weergeven van beelden de monitor langdurig achtereen ingeschakeld is.
Als de camera aangesloten is op een computer of op een printer.
Zet u een uitgeputte batterij in de camera, dan is het mogelijk dat de camera uitschakelt
zonder eerst voor de ladingstoestand van de batterijen te waarschuwen.
INSCHAKELEN VAN DE CAMERA
1
Schakel de camera in door op de cameraschakelaar
POWER te drukken.
Indicatie batterijlading
Opmerking
Wordt de camera gedurende circa drie (3) minuten niet gebruikt, dan wordt de camera, om
de batterij te sparen, automatisch in de sluimerstand gezet en werkt dan niet meer. Om de
camera weer te activeren, drukt u op de ontspanknop of op de zoomknop.
Wordt de camera daarna nog eens vijftien (15) minuten niet gebruikt, dan wordt de camera
automatisch helemaal uitgeschakeld. Wilt u de camera daarna weer inschakelen, dan doet
u dat op de gebruikelijke wijze.
12
NL
Cameraschakelaar – POWER
Ingestelde fotofunctie
Indicatie-LED
De lens schuift naar voren.
De monitor wordt ingeschakeld.
De indicatie-LED op het camerahuis
brandt oranje.
Aantal stilstaande beelden dat
nog kan worden opgeslagen