FOTOGRAFEREN
1
Selecteer de optie [ON] en druk dan
op de e-knop.
Druk op de T van de zoomknop.
2
Optisch zoomen
P
2560 1920
2560
HQ
HQ
Het witte vlak van de zoomindicator stelt het
optische zoombereik voor. Zet u de functie
[DIGITAL ZOOM] op [ON], dan verschijnt in de
zoomindicator een rood vlakje. Zodra u het einde
van het optische zoombereik bereikt, wordt
automatisch overgegaan op digitaal zoomen.
Opmerking
Foto's die u maakt met digitaal zoomen kunnen er wat korrelig uitzien.
Gebruik van de flitser #
Kies de flitserfunctie die het best geschikt is voor de heersende lichtomstandigheden en
het effect dat u in uw opname wilt bereiken.
Flitsbereik
Groothoek (maximaal): Circa 0,2 m tot 3,6 m.
Tele (maximaal):
Autoflitsen (Geen functiepictogram)
Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de flitser automatisch.
Flitsen met onderdrukken van rode ogen (!)
Het door de flitser geleverde licht is er de oorzaak van dat
in flitsopnamen de ogen van uw onderwerp soms rood
worden afgebeeld. De functie flitsen met onderdrukken
van rode ogen zorgt er voor dat dit verschijnsel in
belangrijke mate wordt onderdrukt, door een aantal
inleidende flitsen af te geven voordat de hoofdflits
ontsteekt.
Opmerking
Na de inleidende flitsen duurt het ongeveer één (1) seconde voordat de sluiter ontspant.
Houd de camera vooral stevig vast om bewegen ervan te voorkomen.
Kijkt het onderwerp niet recht in de inleidende flitsen of is de afstand tot het onderwerp te
groot, dan kan dat het effect van deze functie teniet doen. Ook persoonlijke lichamelijke
kenmerken kunnen het effect beperken.
18
NL
5 5
1920
Circa 0,6 m tot 2,1 m.
DIGITAL ZOOM
METERING
PANORAMA
Digitaal zoomen
P
2560 1920
2560
1920
HQ
HQ
De cursor beweegt omhoog en omlaag
langs de zoomindicator, afhankelijk van de
ingestelde zoomvergroting.
Binnen het digitale zoombereik kleurt de
cursor oranje.
De ogen van uw onderwerp zien er
rood uit.
OFF
ON
2 IN 1
ISO
5 5