Systeemeenheid 825
v De I/O-processor bestuurt C06, C05.
v De I/O-processors besturen de I/O-adapters in de richting van de pijlen in de
v De SCSI in het diagram geeft de eerste controllerpositie voor het interne schijf-
v Per 825-systeemeenheid zijn drie interne schijfstationcontrollers toegestaan.
Systeemeenheden 830, 840, SB2 en SB3
v De I/O-processors besturen de I/O-adapters in de richting van de pijlen in de
v De SCSI in het diagram geeft de positie aan van de eerste interne controller van
v Daarnaast zijn er twee aanvullende schijfstationcontrollers toegestaan in
Positie
Type
C12
C11
PCI
Bridge
C1
0
Set 3
HSL
C09
HSL
C08
Ingesloten
I/O-adapter
PCI
C06
Bridge
Set 2
C05
C04
C03
PCI
Bridge
C02
Set 1
C01
= bezette posities na installatie van 2890, 2891 of 2899 IXS
= bezette posities na installatie van 2892 IXS
PCI bridge set.
station aan (kaarten 2757, 2763, 2782, 4748, 4778). De eerste controllerkaart voor
het schijfstation moet op positie C05 zijn en zorgen voor de aansluiting van het
interne bandstation, CD-ROM-station of DVD-station.
PCI bridge sets.
het schijfstation (kaarten 2757, 4778, 4748, 9748 of 9778). De eerste I/O-controller
van het schijfstation moet op positie C03 zijn en de interne band van de laad-
bronnen van de schijfstations en de CD of DVD verbinden.
systeemeenheden 830 of 840.
IOP/IOA
C12
IOP/IOA
C11
IOA
C1
0
HSL
C09
HSL
C08
IOP
C07
ECS
C06
SCSI
C05
IOP/IOA/IXS
C04
IOP/IOA
C03
IOP/IOA
C02
IOA
C01
RZAQ5514-0
19
Configuratietabellen