820-systeemeenheid
v U vindt de besturingsfuncties van de ingesloten I/O-processors op C06, C05 en
v De I/O-processors besturen de I/O-adapters in de richting van de pijlen in de
v De SCSI in het diagram geeft de positie aan van de eerste interne controller voor
v Per 820-systeemeenheid zijn twee interne schijfstationcontrollers toegestaan.
v Een tweede interne schijfstationcontroller in de systeemeenheid is slechts toege-
v De tweede interne schijfstationcontroller kan niet de kaartpositie C07 of C08 heb-
18
Operations Console vervangen door een twinaxconsole (5540) V5R2
Alleen
Positie
Type
korte
voor-
C12
zienings-
C11
kaarten
PCI
C1
0
Bridge
C09
Set 2
C08
C07
C06
C05
C04
PCI
Bridge
C03
Set 1
C02
C01
Lange of
korte
voorzienings-
kaarten
= bezette posities na installatie van 2890, 2891 of 2899 IXS
= bezette posities na installatie van 2892 IXS
eventueel C04 en C03.
PCI bridge set.
het schijfstation. Plaats I/O-adapter 2757, 2763, 2782, 4748, 4778 of 9767 in posi-
tie C05. De eerste I/O-controller van het schijfstation moet op positie C05 zijn en
de interne band van de laadbronnen van de schijfstations en de CD of DVD ver-
binden.
staan wanneer verwisselbare kabelretentiemechanismen worden geïnstalleerd.
ben.
IOP
C12
IOA
C11
IOP/
IOA
/IXS
C1
0
IOP/IOA
C09
IOP/
IOA
C08
IOA
C07
ECS
C06
SCSI
C05
IOP/IOA/IXS
C04
IOP/IOA
C03
IOP/IOA
C02
IOA
C01
32-bits aansluiting
Ingesloten IOP
64-bits aansluitingen
RZAQ5505-4