Voel u comfortabel en vertrouwd
met uw Omnipod DASH-Pod
Het is eenvoudig om een plaats voor uw
Pod te vinden. En de Pod is zonder
slangetjes te dragen en licht in gewicht.
U kunt hem dus in vrijheid dragen.
Waar kunt u uw Pod dragen
Het is belangrijk om bij het plaatsen
van uw Pod steeds een nieuwe plaats
te kiezen om overmatig gebruik te
voorkomen, aangezien dat kan leiden
tot variabele absorptie. De nieuwe
plaats dient minstens 2,5 cm (1 inch)
verwijderd te zijn van de vorige plek,
5 cm (2 inches) van de navel en niet op
een moedervlek, litteken of tatoeage,
waar insuline minder goed wordt
geabsorbeerd. Zorg ervoor dat u uw
Pod op een prettige plaats draagt;
vermijd plaatsen waar uw riem,
tailleband of strakke kleding tegen de
Pod kan schuren, of waar de Pod van
zijn plaats of los kan raken.
KINDEREN
buik
been
VOOR
WAARSCHUWING:
Als u deze techniek niet gebruikt, kunnen zich op plaatsen met weinig vet verstoppingen voordoen.
Instructies Omnipod DASH-systeem
Plaatsing/voorbereiding/tips Pod
buik
arm
been
zitvlak
ACHTER
Zo plaatst u
een Pod
Arm en been
Plaats de Pod
verticaal of in een
kleine hoek.
Rug, buik of zitvlak
Plaats de Pod horizontaal
of in een kleine hoek.
Omhoog knijpen
Deze stap is belangrijk als de plaats
van uw Pod zeer dun is of niet veel
vetweefsel heeft. Leg uw hand over
de Pod en knijp een breed stuk huid
rondom het kijkvenster omhoog. Druk
vervolgens op de Startknop op de
Persoonlijke Diabetesmanager. U kunt
de huid loslaten wanneer de canule
is ingebracht.
VOLWASSENEN
VOOR
ACHTER
XXXXX
XXXX
arm
onderrug
zitvlak
been
15