Procedure voor het verhelpen van problemen
Gebruik deze procedure als uitgangspunt voor opsporen van problemen.
Voer eerst de volgende stappen uit:
1.
a. Verwijder alle geplaatste diskettes en CD's uit de respectievelijke sta-
tions.
b. Zet de computer uit en wacht een paar seconden.
c. Schakel alle aangesloten randapparatuur in en schakel daarna de com-
puter in.
d. Wacht gedurende de tijd die het normaal kost om het eerste scherm van
uw toepassing of besturingssysteem af te beelden.
Verschijnt het Windows-bureaublad of het eerste scherm van een
toepassingsprogramma?
Nee - Ga door met stap 2.
Ja - De Zelftest bij opstarten (POST) heeft geen probleem gevonden. U moet
verdere tests uitvoeren. Ga naar "Het IBM Enhanced Diagnostics-
programma starten" op pagina 70 en voer de diagnoseprogramma's uit. Als
u de diagnoseprogramma's niet kunt uitvoeren of als de diagnose-
programma's geen fout hebben gevonden, gaat u naar "Problemen met
randapparatuur oplossen" op pagina 55.
2. De computeruitvoer op het beeldscherm is onleesbaar of er wordt een fout-
melding weergegeven.
Wordt er een foutmelding weergegeven?
Nee - Ga door met stap 3.
Ja - Raadpleeg "POST-foutmeldingen" op pagina 52, zoek de foutmelding
op en kom terug naar deze stap.
Hebt u de foutmelding aangetroffen in deze tabel?
Nee - Het is mogelijk dat de foutmelding van uw software komt. Raad-
pleeg de documentatie van de toepassing.
Ja - Ga door met stap 4.
3. Ga naar "Problemen met randapparatuur oplossen" op pagina 55. Zoek de
beschrijving op die het beste past bij het probleem dat u ondervindt en
neem de benodigde maatregelen. Laat de computer nazien als het probleem
zich opnieuw voordoet.
4. Is het programma IBM BIOS Setup automatisch gestart nadat de fout-
melding werd weergegeven?
Nee - Voer de handeling uit die voor deze foutmelding wordt beschreven
in "POST-foutmeldingen" op pagina 52.
Ja - ga door naar stap 5 op pagina 52.
Hoofdstuk 6. Problemen oplossen
51